STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR HET FILM-en BIOSCOOPBEDRIJF VERKORT VERSLAG OVER HET JAAR 1982 Algemeen Volgens het jaarverslag 1982 van het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf, dat on langs is verschenen, betaalden 139 ondernemingen premie aan het fonds. Deze premie had betrekking op 1121 werknemers. Er waren 101 vroegere werknemers deelnemer in het fonds met vrijstelling van pre miebetaling wegens invaliditeit. De reglementaire premie bedroeg in het verslagjaar 11 van de pen sioengrondslag. De pensioengrond slag is het vaste loon vermeerderd met de vakantietoeslag, maar zon der andere toeslagen, overwerkver goedingen, gratificaties e.d. De pen sioengrondslag was in 1982 op jaarbasis hoogstens f 75.075,— en in 1983 hoogstens f 81.524,-. Gezien de gunstige financiële posi tie van het fonds besloot het be stuur, gehoord de wiskundig advi seur, om voor het jaar 1982 een korting (1,25%) op de premie te verlenen. De verschuldigde premie bedroeg dus in het verslagjaar 9,75% van de pensioengrondslag. Hiervan kwam 3 1/2% voor reke ning van de werknemer. Inkomsten en beleggingen Het fonds ontving in het verslagjaar ruim 4 miljoen gulden aan premie en bijna 5,2 miljoen gulden aan op brengst uit beleggingen. Deze in komsten uiteraard verminderd met betaalde pensioenen en admini stratiekosten moeten worden ge reserveerd om de latere verschul digde uitkeringen te kunnen be talen. Eind 1982 bedroeg het kapitaal van het fonds 57,2 miljoen gulden. Het wordt op verschillende manieren uitgezet. Het wordt belegd, in hui zen, hypotheken, onderhandse le ningen en aandelen. Het meeste geld werd belegd in leningen op schuldbekentenis, namelijk 88%, de rest in hypotheken (10%), aandelen (1 en vaste eigendommen (1%). Het gemiddelde rendement van deze beleggingen was in 1982 9,40%. Bij het berekenen van zijn verplich tingen de premiereserve gaat het fonds echter voor de veiligheid uit van de veronderstelling, dat het 10 in de toekomst slechts 4% rente zal maken. Het verschil tussen de wer kelijke rente van 9,40% en de re- kenrente van 4% is de zgn. 'over- rente' of rentewinst. Ook dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserves en komt ten goede aan de verzeker den in de vorm van de toeslagen op hun pensioenen. Welke pensioenen zijn verzekerd De deelneming in het fonds vangt voor de werknemers aan op de eerste dag van de maand waarin zij 23 jaar worden. De pensioenleeftijd is 65 jaar. Het jaarlijks ouderdomspensioen dat de deelnemers kunnen bereiken is 42% van de gemiddelde pensioen grondslag waarover tijdens de deel neming in het fonds premie is be taald. Iemand die op 23-jarige leeftijd in de bedrijfstak gaat werken en die een weekloon heeft van 570,- bouwt in 52 weken f 296,40 aan jaarlijks pensioen op (1% van 52 x f 570,-). Als de werknemer tot de pensioendatum deelnemer blijft en er geen wijziging komt in het loon, dan is er een ouderdomspensioen verzekerd van 42 x f 296,40 f 12.448,80. Als de deelnemer over lijdt krijgt de weduwe, c.q. weduw naar een pensioen van 70% van dat bedrag of wel f 8.714,16; heeft de deelnemer kinderen dan krijgt elk kind 14% van het ouderdomspen sioen dus f 1.742,83. Aan de vrouwelijke deelnemer, ou der dan 53 jaar, die gekozen heeft voor voortzetting van de oude rege ling (pensioen op 63-jarige leeftijd) wordt behalve het pensioen, waarop zij aanspraak maakt nog een tijdelijk ouderdomspensioen verstrekt dat aan haar wordt uit gekeerd vanaf haar pensioendatum tot de aow-uitkering ingaat. Voor elk jaar dat zij in het film- en bio scoopbedrijf werkt, wordt een vast bedrag aan tijdelijk pensioen op gebouwd. In 1982 was dat f 208,- en in 1983 f218,-. Als het loon van een werknemer of werkneemster stijgt wordt de pen sioengrondslag hoger, maar dat le vert alleen voor de toekomstige dienstjaren meer pensioen op. De rechten die al opgebouwd zijn blij ven achter. Het fonds tracht dit zo veel mogelijk op te vangen door eik jaar de reeds opgebouwde rechten met uitzondering van het tijdelijk ouderdomspensioen met een per centage te verhogen. Op 1 januari van de jaren 1967 tot en met 1973 werden de rechten met 3% ver hoogd, op 1 januari 1974 en 1975 met 4 1/2%, op 1 januari 1976, 1977 en 1978 met 5%, op 1 janu ari 1979 en 1980 met 5 1/2% en op 1 januari 1981, 1982 en 1983 met 7%. De reeds lopende pensioenen werden met dezelfde percentages verhoogd. De verzekerden krijgen de pensioenen naast de uitkeringen op grond van de algemene ouderdoms wet en de algemene weduwen- en wezenwet. Lopende uitkeringen Aan het einde van het verslagjaar had het fonds 733 gepensioneerden met ouderdomspensioen. Samen hadden ze recht op ruim f 1.200.000,- jaarlijks pensioen. Er waren 310 weduwen met in totaal f 453.000,— aan weduwen- pensioen. Verder hadden 14 kin deren recht op wezenpensioen tot een totaalbedrag van f 7.000,—. Het gemiddelde pensioenbedrag wordt bei'nvloed door hen die slechts kort in de bedrijfstak werk ten en dus maar een zeer gering pensioen konden opbouwen. Het bestuur Het fonds wordt bestuurd door ver tegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties die het fonds hebben opgericht. Op 31 december 1982 hadden voor de werkgevers zitting in het bestuur de heren: L.M.J. de Groot, H. Mie- dema (secretaris), W.J.A. van Roos malen, J.Th. van Taalingen, CA. Voskuil, F.H.W. Weyschedé, vaca ture. Voor de werknemers waren dit: mevrouw T. Atsma en de heren J. v.d. Belt, G.A.P. Bovendeert, H. Hofstee (voorzitter), B. Kalkhoven, D.J.H. Swart en J. v.d. Velde.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1984 | | pagina 12