HIGH DEFINITION TELEVISION
RM)7/OJaUI
Een resumé van de lezing welke Ir. H. Wessels, werkzaam bij Philips Inter
national B.V., beter gezegd bij de Corporate Product Development Coordi-
nation, over HIGH DEFINITION TELEVISION hield op het Bondscongres van
11 februari j.l.
In vergelijking met film is het medium televisie aanzienlijk jonger. Werkten
de gebroeders Lumière e.a. aan het einde van de vorige eeuw aan hun
wereldveroverende uitvinding, televisie-experimenten begonnen juist voor
de Tweede Wereldoorlog. In 1936 vonden de eerste openbare uitzendingen
plaats in Engeland en Duitsland.
In 1951 werd zwart/wit televisie in ons land geïntroduceerd; in 1967 volgden
onherroepelijk de eerste uitzendingen in kleur in een aantal Europese landen,
waaronder Nederland.
De snelle groei van het medium is bekend; iedere huiskamer heeft nu zijn
beeldbuis, zijn eigen WINDOW ON THE WORLD, maar wel een klein venster!
De internationale filmindustrie reageerde alert op de dreiging van de televisie
door een steeds grotere beeldweergave te creëren via Cinemascope e.d.
en ook het geluid aan te passen via stereo en Dolby.
Dat leidt tot discrepantie: het filmbeeld correspondeert niet met het televi
siebeeld; de beeldverhoudingen wijken 'storend' af. Terwijl aan de ene kant
televisie sterk afhankelijk is van film als programma-onderdeel, als beeld
vulling, kan de speelfilmproduktie van haar kant niet zonder de financiële
bijdragen c.q. injecties van de zijde van de televisie.
Wij staan, aldus Ir. Wessels, aan de vooravond van een vérstrekkende
kwaliteitsverbetering, zowel qua beeld als qua geluid, HIGH DEFINITION
TELEVISION, een kwaliteit welke zich kan meten met die van 35mm.
Via een diagram toont de spreker aan, dat het celluloid in bepaalde gevallen
het veld heeft moeten ruimen voor video. Werden vroeger televisieseries,
sportwedstrijden en journaals op 16mm gedraaid, thans worden zij op
eenvoudiger wijze via video vastgelegd.
De produktiemarkt is in tweeën gesplitst. De producenten van de bioscoop
film blijven zich van 35mm bedienen, terwijl de televisieproduktie geheel
zal overgaan op video.
En in deze situatie zal voorlopig geen verandering komen, volgens Ir. Wes
sels, daar de kwaliteit van het 35mm-beeld nog altijd iets beter zal zijn dan
dat van video, een filmcamera is nog altijd eenvoudiger te bedienen dan
een videocamera. Daarnaast is het kostenverschil nog altijd niet significant,
de montage van filmbeelden is eenvoudiger, zij het tijdrovender en ten slotte
zal de filmindustrie, gezien de bestaande investeringen in bioscopen en
projectie-apparatuur en in distributienetwerken, niet gauw geneigd zijn van
deze presentatievorm af te wijken.
Wel zal de band tussen film en video, volgens Ir. Wessels, op korte termijn
hechter worden, via bijvoorbeeld telécine. Speelfilmproducenten bedienen
zich reeds vaak van video voor proefopnamen of voor de continuïteitsbewa
king van beeld en handeling. Derhalve ook het zoeken van de electronische
industrie naar mogelijkheden beide media technisch beter op elkaar te laten
aansluiten, beter te laten samenwerken of - om de Engelse uitdrukking te
gebruiken - om beide 'compatible' te maken, zowel tijdens de opnamen in
de studio als bij de weergave in de huiskamer.
Via een dia-overzicht geeft Ir. Wessels aan hoe het televisieformaat wordt
aangepast aan dat van 35mm, hoewel een totale aanpassing - we denken
aan het cinemascope-formaat - nooit gerealiseerd kan worden. Derhalve
komt men tot het compromis 16:9; dat veroorzaakt niet alleen een breder
maar ook een fraaier beeld waarvan de indruk afhankelijk is van de grootte
van het beeld en de afstand waarop de kijker het beeld tot zich neemt.
12
Daarnaast wordt gewerkt via HDTV, dat de beeldaftasting en het aantal
lijnen dat telkenmale het beeld schrijft op te voeren (van 625 tot 1125),
zodat het minder storinggevoelig is en minder hinderlijk geflikker van het
beeld geeft. Wordt High Definition Television een wereldstandaard die in
het begin van de jaren negentig wereldwijd zal worden geïntroduceerd?
De spreker antwoordt ontkennend. Het electriciteitsnet van Japan en de
Verenigde Staten is gebaseerd op een frequentie van 60 Hertz (dat betekent
30 hele televisiebeelden per seconde); Europa daarentegen heeft een fre
quentie van 50 Hertz (hetgeen overeenkomt met 25 televisiebeelden per
seconde). Dus U begrijpt het probleem!
De Europese electronische industrie werkt - op initiatief van Philips - aan
MAC (Multiplexed Analogue Components), een Europese versie van HDTV,
een verbetering van het huidige PAL-SECAM-systeem dat ook noodzakelijk
ingevoerd moet worden in verband met satelliet-televisie.
MAC is een Eureka-project, waaraan vele E.E.G.-partners werken en waarin
Philips International een leidende rol speelt.
Ir. Wessels besluit zijn interessante betoog met te vermelden dat High
Definition Television de thuiskijker meer beeldkwaliteit zal bieden dan ooit
tevoren, maar dat toch de producenten ertoe moeten bijdragen dit beeld
naar behoren te vullen.