EUROPESE JEUGDBESCHERMING
De meeste mensen hebben geen idee hoe het precies in elkaar zit
met 'Europa' en zo. Ik ook niet. Mij staat vaag iets voor de geest van
duizenden ambtenaren die in tien talen regelingen bedenken voor
van alles en nog wat - zo lang het maar niet iets belangrijks als so
ciale zekerheid, gezondheidszorg, harmonisatie van het strafrecht,
monetaire eenheid, wapenhandel, ontwikkelingshulp of milieubeleid
betreft.
Die ambtenaren zoeven in limousines van Brussel naar Luxemburg
en Straatsburg, en terug, en voor je het weet hebben ze weer iets be
dacht (een 'richtlijn') wat voor de lidstaten 'hogere wetgeving' wordt.
Ik wil niet teveel mopperen over de prioriteiten die worden gesteld in
zake de Europese eenwording, maar ik verbaas me wel over de ge
ringe belangstelling van de pers en politiek voor sommige onderwer
pen van de Europese wetgeving.
TELEVISIE ZONDER GRENZEN
Neem nu de ontwerp-richtlijn 'Televisie zonder grenzen'. Officieel is
dit 'Een richtlijn betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefe
ning van televisie-omroepactiviteiten'. Het ontwerp is op 13 april
1989 vastgesteld door de Raad van de Europese Gemeenschappen,
maar in juni in de Europese Commissie op het laatste moment tegen
gehouden door Nederland. (Ook België, Denemarken en Duitsland
hadden aangekondigd te zullen tegenstemmen.)
De Nederlandse regering had het ontwerp eerder al politiek goedge
keurd, maar veranderde van mening wegens de demissionaire sta
tus van het kabinet. De richtlijn heeft immers onder andere te maken
met ons nationale omroepbeleid, namelijk de toelating van buiten
landse zenders (zoals TV10 en Veronique). De concept-richtlijn bevat
tevens bepalingen over de hoeveelheid en de aard van de toegestane
reclame, het aandeel van 'Europees produkt' in de uitzendingen en
de jurisdictie over de grensoverschrijdende zenders. Dat heeft alle
maal in de kranten gestaan.
Ik beperk mij hier tot een ander aspect van de ontwerp-richtlijn, een
aspect dat tot nu toe bij mijn weten nauwelijks aandacht heeft gekre
gen. Er is namelijk slechts één grond waarop de doorgifte of ont
vangst van tv-uitzendingen vanuit een andere lidstaat mag worden
geschorst (art. 2 sub 2), namelijk wanneer zo'n uitzending een 'be
langrijke en ernstige inbreuk vormt op artikel 22'. En dat artikel luidt
als volgt:
- De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen
dat in de tv-uitzendingen van de onder hun bevoegdheid vallende
tv-omroeporganisaties geen programma's voorkomen die de li
chamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjari
gen ernstig zouden kunnen aantasten, inzonderheid programma's
met pornografische scènes of met nodeloos geweld. Deze bepa
ling geldt ook voor programma's waarop het voorgaande niet van
toepassing is, doch die toch schade kunnen toebrengen aan de fy
sieke, mentale of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen, tenzij
door de keuze van het tijdstip van uitzending of door technische
maatregelen gewaarborgd wordt dat minderjarigen in het zendge
bied,de uitzendingen normaliter niet kunnen zien of beluisteren.
De lidstaten zien er eveneens op toe dat uitzendingen geen enkele
aansporing tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of na
tionaliteit bevatten.'
De essentie van dit artikel is, dat elke lidstaat verantwoordelijk is
voor wat er wordt uitgezonden. Elke lidstaat is verplicht ervoor te zor
gen dat minderjarigen beschermd worden. Daar komt bij dat elke lid
staat tevens zelf mag bepalen wat mag worden ontvangen, want dat
was in artikel 2 al geregeld. Als de uitzendende staat iets toelaatbaar
acht, hoeft een ontvangende staat het daar nog niet mee eens te zijn.
De laatstgenoemde staat kan dan de ontvangst van die zender 'voor
lopig schorsen'.
JURIDISCHE CONSEQUENTIES
Dit alles kan leiden tot prachtige juridische gevechten. In de eerste
plaats omdat het de lidstaten zijn - niet de zenders - die aansprakelijk
worden gesteld. Hierdoor krijgen de nationale overheden op dit punt
opeens zeggenschap over onafhankelijke zendgemachtigden. Er
staat namelijk nergens in artikel 22 of elders te lezen dat de bepaling
alleen geldt voor grensoverschrijdende uitzendingen! Ze geldt ook
gewoon voor wat de EO en de VARA ons hier laten zien. (Hoe dit punt
te rijmen valt met de autonomie van de zendgemachtigden is mij
trouwens niet duidelijk.)
Stel dat de Hilversumse omroepen via een satelliet zouden uitzen
den. De Nederlandse regering zou het dan kunnen beslissen een pro
gramma als de Pin Up Club te verbieden, niet omdat de Nederlandse
wet zulke programma's verbiedt, maar omdat de Pin Up Club volgens
de Europese richtlijn 'de zedelijke ontwikkeling van minderjarigen'
zou kunnen aantasten. En wat erger is: ook de belangengroep 'Ne
derland Rein van Zedenverval' kan naar de Europese rechter stappen
om de Nederlandse staat aan te klagen wegens het niet (doen) nale
ven van artikel 22 van de richtlijn.
Of omgekeerd: de Nederlandse regering en zelfs de Nederlandse be
langengroepen vinden alles best, maar de Belgische regering of een
Belgische belangengroep vindt de programma's van de VPRO fnui
kend voor 'de geestelijke ontwikkeling' van de Vlaamse jeugd, en
schorst de doorgifte van Hilversum 3 op de Belgische kabelnetten.
In artikel 2 (3e lid) van de richtlijn staat, dat het de Europese Com
missie is die erop toeziet of zo'n schorsing terecht is:
- Zij de Commissie) kan de betrokken lidstaat verzoeken een
schorsing die strijdig is met het gemeenschapsrecht onmiddellijk
ongedaan te maken. (MAAR: cj) Deze bepaling vormt in de lid
staat onder de bevoegdheid waarvan de betrokken omroeporgani
satie valt geen beletsel om ongeacht welke procedure, maatregel
of sanctie op de betrokken inbreuken toe te passen.
Jaguar (1957)
De schorsing wordt ongedaan gemaakt, maar de zender kan door de
nationale overheid gerust uit de lucht worden gehaald...
In potentie is artikel 22 een tijdbom. Het zou best eens kunnen dat
de Europese rechters het op dit punt straks nogal druk krijgen, want
Sicilië is Amsterdam niet, Beieren is geen Denemarken, Ierland is
geen Berlijn.
Zo lang de meeste landen nog betrekkelijk schaars bekabeld zijn, en
de schotelantennes voor particulieren nog prijzig, zal het allemaal
wel loslopen. Eerder mogen we dan op nationaal niveau acties van
'moral majorities' verwachten.
En gelukkig heeft artikel 22 twee ontsnappingsclausules, namelijk
'het tijdstip van uitzending' resp. 'technische maatregelen'. Hoewel...