HET KOLLEKTIEVE BELANG
Het belangrijkste wat echter ontbrak, was mijns inziens dat de
bewustwordingscampagne niet voor 100% gedragen werd door
aile leden van de NBB. De uitstraling die dit teweeg had kunnen
brengen is misschien nog wel belangrijker dan de campagne zelf.
Niet alleen de uitvoering stuitte op verdeeldheid, het collectieve
belang werd niet door iedereen op dezelfde manier ingeschat.
Sommigen vonden en vinden dat het helemaal niet zo slecht gaat.
Misschien bij de buurman, in ieder geval niet bij hen zelf.
Ten eerste was daar natuurlijk het recette argument, daarnaast
was er altijd wel weer een jaar of een maand aan te geven waar
het weer beter ging. Per slot van rekening is onze branche zoals al
eerder gezegd sterk produktafhankelijk.
Hebben we in 1 jaar 'n James Bond, 'n Indiana Jones en 'n sterke
kerstfilm dan gaat het weer goed. Als laatste argument om niets te
doen wordt gewezen op de laatste plaats die Nederland altijd heeft
ingenomen op de internationale ranglijst van bioscoop bezoek per
capita.
En de bond, die eigenlijk de vleeswording van het collectieve be
lang zou moeten zijn, kan het of niet eens worden of besluit tot
een ad hoc onderzoek cq een ad hoc campagne. Wanneer er geen
algemene bereidheid is om de hand in eigen boezem te steken dan
heeft geen enkel onderzoek en geen enkele campagne zin. Ik her
inner me dat toen ik in 1981 stage liep bij Sell More Advertising er
op dat moment al pogingen waren ondernomen om iets te doen
aan het dalende bioscoopbezoek door bijvoorbeeld echt iets te
gaan doen met de bioscoopbon. Toen al was het moeilijk om de
bond te activeren tot daden. Wellicht werd en wordt het collec
tieve belang niet ingezien en wordt de bond alleen als nuttig
apparaat gezien om het puur individuele belang te dienen. Dit indi
viduele belang kan worden vertaald met het via een strakke regle
mentering tegenhouden cq beperken van concurrentie.
Terwijl die concurrentie juist de sterkste prikkel tot vernieuwing is
en daardoor mogelijkheden zou scheppen om de negatieve be-
zoektrend om te buigen.
BESTAANSRECHT
Kortom het is de vraag of de NBB zijn bestaansrecht (lees regle
mentering, lees beperking van concurrentie) kan ontlenen aan al
leen het claimen van een efficiënte transactiestructuur en het be
staan van een officieel overlegorgaan. Met name omdat volgens
mij de negatieve aspecten die de werkzame cq beperkte concur
rentie -verruiming van de vestigingsregeling of niet- met zich
meebrengt, niet opwegen tegen de beperkte positieve aspecten.
Zo deze al onlosbrekelijk zijn verbonden met het bestaan van een
bond. Mijns inziens zou een reglementering als enige doel moeten
hebben het dienen van het belang van de consument, aangezien
dit op lange termijn ook het collectieve belang van de branche is.
Dat wil zeggen o.a. een breder aanbod aan films, grotere doeken,
betere geluidskwaliteit, meer zitcomfort, betere service en betere
reserveringsmogelijkheden. Kortom, een betere prijs prestatie re
latie. Hoewel deze situatie er in sommige steden al is, is het nood
zakelijk dat dit overal in Nederland geldt.
Ik ben dit artikel begonnen met het mooiste uit het rapport
'Economisch beeld van de Bioscoop, ik wil er ook mee afsluiten:
"De bedrijfstak staat op de drempel van een nieuwe fase, die kan
leiden tot revitalisering en een nieuw elan. Organisatorisch is de
NBB er klaar voor."
Ik hoop het, want de branche heeft het nodig.
San Fu Maltha
(op persoonlijke titel)
Ay Carmela (Concorde Film)
19