Léo Claassen Stichting
Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel
Nu het vaststaat dat het voortbestaan van de Stichting voor de komende jaren gegarandeerd is door een jaar
lijkse financiële bijdrage van de zijde van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten, die het belang
van de Stichting ook ten volle onderkent, heeft het Bestuur een visie voor de komende jaren ontwikkeld.
Alvorens daarop in te gaan is het zinvol een korte historische schets te geven.
Het verleden
Vanaf de oprichting op 10 december 1946 houdt de
Stichting zich bezig met de opleiding van bioscoopopera
teurs. Via schriftelijke cursussen wordt gestreefd, dat de werk
zaamheden, verbonden aan de functie van operateur, op ver
antwoorde wijze worden verricht.
Oorspronkelijk was er één totaalcursus, waarin de zes vakken
(t.w. cabinepraktijk, basis electrocechniek, praktijkvoorschrif
ten electrotechniek, lichttechniek, versterkertechniek, brand
weervoorschriften) waren gebundeld
Afhankelijk van de op het examen
behaalde resultaten werd het diplo
ma A (beperkte bevoegdheid) of het
diploma B (volledige bevoegd
heid) uitgereikt.
De tijd, die aan een examenkan
didaat werd besteed, was ruimer
bemeten dan tegenwoordig. Ook had een
leerling-operateur steeds de ondersteuning
van een gediplomeerd operateur, omdat volgens de voor
schriften altijd twee personen in een cabine aanwezig moes
ten zijn.
De automatisering, die eind '60/begin 70 in het bioscoop
bedrijf haar intrede deed, creëerde de behoefte de bestaande
cursus aan te passen. Er werd een mondelinge cursus gestart
en het diploma C (automatisering) werd in het leven geroe
pen. Door de extra hoge kosten en door de afnemende
belangstelling voor deze speciale cursus, werd de cursus na
drie jaren gestopt. In een vereenvoudigde vorm werd de
leerstof opgenomen in de bestaande schriftelijke cursus.
Door de mate van beloning en de mogelijkheid met de VUT
te gaan, liep het aantal filmoperateurs sterk terug, waardoor
het moeilijk werd om de arbeidsplaatsen in de cabines te
bezetten. Hieruit vloeide voort, dat steeds meer onvoldoende
gekwalificeerde medewerkers werden aangenomen.
Daarom werden, op nadrukkelijk verzoek van de exploitan
ten, de exameneisen aangepast, d.w.z. vereenvoudigd. Het
z.g. Praktijk Certificaat werd uitgereikt aan hen, die met suc
ces het aangepaste examen hadden afgelegd.
Een ongelukkige beslissing, welke aanleiding gaf tot een
stroom van klachten van de zijde van de bioscoopbezoeker.
De kwaliteit van de projektie liep terug door de slechte beeld
en geluidkwaliteit. Door een verminderde kontrole werden
voorstellingen onderbroken door storingen, die vaak niet ad
hoc konden worden verholpen.
Weliswaar probeerden de concerns via hun technische dienst
deze problemen het hoofd te bieden; voor de onafhankelijke
exploitant was dat niet mogelijk.
Vele bezoekers eisten morrend hun
geld terug bij de kassa
Derhalve werd aan het einde
van de jaren tachtig besloten
het Practijk Certificaat, dat al
spottend Het Fietsbewijs werd
genoemd, af te schaffen.
Hiervoor kwam een volledig herschreven
en geactualiseerde cursus A in de plaats.
Bezitters van het gewraakte Practijk Certificaat werden in de
gelegenheid gesteid om hun kennis te verruimen en zo als
nog in het bezit te komen van het Diploma A. Vandaag de
dag wordt geen enkele waarde meer toegekend aan het
Practijk Certificaat.
Het heden
Helaas komt het ook nu nog voor dat de kwaliteit van de pro
jectie te wensen overlaat, dat de bezoekers een voorstelling
wordt voorgeschoteld, die niet aan de minimale eisen voldoet
en zeker niet in enige verhouding staat met de te betalen toe
gangsprijs. Dit kan in vele gevallen worden toegeschreven
aan een ongeïnteresseerde opstelling.
Naarmate de techniek steeds verbetert, wordt het risiko van
storingen ook minder, maar ook een incidentele storing is hin
derlijk voor de bezoeker. De veranderingen en de verbetering
van de techniek vraagt onherroepelijk om her- of bijscholing.
De deelnemers aan onze cursussen hebben normaal gespro
ken een goed inzicht gekregen over de in de cabine te bedie
nen apparatuur alsmede een goed inzicht in de problemen,
welke zich tijdens de projektie kunnen voordoen.
Een perfekte
projektie tegen
elke prijs