OP DE HILANDSE TOER
2
2
1
3
U
D
J
ners aanwezig, de bedrijfsleider
en de operateur. Van Woensel
gelooft niet erg in het oefenen
zaaldeuren openstonden.
Davidson: "Dat lijkt een klei
nigheid, maar die brandwerende
met het personeel: "Elke ramp
is weer anders, je moet snel
handelen en de kennis uit zo'n
oefening komt vaak pas lang
zaam bij je boven."
In Cinema Palace zitten de
nooduitgangen op een logische
plek, voor in de zaal. De door
gangen zijn bij inspectie obsta-
kelvrij. Bij dit theater had de
brandweer vooral aandacht voor
het balkon. Het balkon kan ver
laten worden via twee trappen.
Gemeentevoorlichter Van den
Ham: "Omdat die trappen alle
bei in dezelfde hal uitkomen,
stelde de brandweer aanvullende
eisen. Er is nu een adequate
brandmeldinstallatie aange
bracht, die een eventuele brand
direct opspoort en alarm slaat."
Bij navraag blijkt het personeel
echter niet precies te weten hoe
de installatie werkt. Olaf Nooij,
regiomanager bij de Minerva
Groep: "Wij hebben vorig jaar,
in overleg met de brandweer,
een ontruimingsplan opgesteld.
Als onze mensen niet precies
weten, wat hen in noodsituaties
te doen staat, dan moeten wij
daar extra aandacht aan beste
den." Ook Nooij is aan het den
ken gezet door de brand in
Volendam. "Wij denken er over
een dia te ontwikkelen, die het
publiek toont waar de nooduit
gangen zijn. Dat kan helpen
panieksituaties te voorkomen."
Drukte in Purmerend
De brandweer van Purmerend
heeft het sinds het voorval in
Volendam extra druk. De heer
Davidson van de afdeling
Preventie: "We worden plotse
ling overspoeld met verzoeken
van horecaondernemers om de
brandveiligheid in hun zaak te
komen bekijken."
De plaatselijke bioscoop Metro
wordt al jaarlijks gecontroleerd.
In maart 2000 kreeg Metro de
aantekening dat de dubbele
deuren zorgen er juist voor dat
de rook zich niet verspreidt."
Met bedrijfsleider Dick de Groot
maken we een rondgang door
het gebouw, dat twee jaar gele
den uitgebreid is met een ruime
entree en een vierde zaal op de
bovenverdieping. "In de bouw
verordening zijn tal van regels
opgenomen. Behalve de brand
weer stellen ook onze verzeke
ringsmaatschappij en de
arbeidsinspectie hun eisen.
Bovendien wordt de milieuwet
geving steeds strenger."
Alle medewerkers hebben een
draaiboek ontvangen voor aller
lei noodsituaties en De Groot
houdt om de drie maanden
werkoverleg. Graag zou hij met
de brandweer een ontruimings-
oefening doen. Davidson:
"Helaas ontbreekt het ons daar
voor aan voldoende capaciteit.
Dat ontslaat de exploitant niet
van de plicht geregeld met zijn
personeel te oefenen. Wij heb
ben wel een speciaal aanvals
plan voor Metro. Als daar het
brandalarm afgaat weten wij
precies hoe de situatie is."
Met deze ministeekproef lijkt
het erop dat het wel meevalt
met het veiligheidsbewustzijn
van de bioscoopondernemer.
Toch zint de NVB op een actie
ver beleid. Van der Putte heeft
een gespecialiseerd bureau de
opdracht gegeven een cursus
calamiteitenbestrijding te ont
wikkelen voor het bioscoopper
soneel. Deze zal binnenkort aan
de leden van de NVB aangebo
den worden.
FILMMUSEUM CONSERVEÊfAARDEVOLLE NEDERLANDSE FILM
In oktober 1999 kende
staatssecretaris Van
der Ploeg het
Filmmuseum eenmalig
een additionele subsidie
van f 1,5 miljoen toe om
een begin maken met de
conservering van de col
lectie Nederlandse
naoorlogse speelfilms.
Een speciaal samenge
steld projectteam,
bestaande uit filmhisto-
rici en filmrestauratoren
heeft hier in de afgelo
pen maanden aan
gewerkt.
Door Ad Pollé
Sinds oktober 1999 zijn mede
werkers van de afdelingen
Filmcollectie en Filmrestauratie
van het Filmmuseum bezig met
een project om de teloorgang
van de oudste van de
Filmmuseumcollectie
Nederlandse naoorlogse speel
films te voorkomen. Inmiddels
is naar schatting ruim
1.000.000(1) meter film onder
handen genomen.
Recente steekproeven in de klui
zen hebben uitgewezen dat het
met de fysieke conditie van de
collectie acetaatfilms, dat wil
zeggen de onbrandbare films die
na 195 5 zijn geproduceerd,
slechter is gesteld dan werd ver
ondersteld. Vele kopieën blijken
onderhevig aan ontbindingsver
schijnselen zoals verkleuring en
het zogenaamde vinegar syndro-
me. Vanwege ouderdom of
slechte opslag in het verleden
dreigen onvervangbare negatie
ven en unieke kopieën verloren
te gaan. Het was al snel duide
lijk: om de collectie
Nederlandse naoorlogse speel
films van het Filmmuseum voor
de toekomst te behouden was
een grondige en voortvarende
conserveringsinspanning nood
zakelijk. Met het beschikbare
geld kon echter slechts een
beperkt deel van de collectie
onder handen worden geno
men.
In Nederland geproduceerde
speelfilms zijn zonder uitzonde
ring van belang voor de vader
landse filmgeschiedenis en film
cultuur en onlosmakelijk
verbonden met de missie van
het Filmmuseum - het bewa
ren en bevorderen van de
filmcultuur in Nederland -,
en vormen daarom een
kerncollectie binnen het
museum. Speelfilms uit de
jaren tachtig en negentig in
de collectie van het
Filmmuseum verkeren over
het algemeen in redelijke
staat.
De conserveringswerkzaamhe-
den concentreerden zich dan
ook op titels uit de jaren vijftig
zestig en zeventig.
Met uitsterven bedreigd
Het archief van het
Filmmuseum bevat ruim tachtig
Nederlandse speelfilmtitels uit
die periode, van "Het wonderlij
ke leven van Willem Parel" tot
"Spetters".
Vele titels uit die periode zijn al
'met uitsterven bedreigd'. Zo is
bijvoorbeeld het origineel
(camera-)negatief van "De
overval" (Rotha, 1962) incom
pleet en beschadigd. Op dit
moment loopt er een intensieve
restauratie om het negatief in
zijn oorspronkelijke vorm te
herstellen. Dit is ten dele moge
lijk geworden, omdat er in 1997
nog twee kopieën van de film
opdoken in de schenking van
Pathé Cinemas, waarin materi
aal zat dat bij het opruimen van
de kelder van het City Theater
in Amsterdam was gevonden.
Een ander voorbeeld is het lot
van de allereerste Nederlandse
kleurenspeelfilm, "Jenny" (Van
Hemert, 1958). Alle beschikbare
kopieën van deze film waren
ernstig verkleurd, maar het
negatief bleek in een uitsteken
de conditie, waardoor er een
nieuwe kopie gemaakt kon wor
den in de originele fraaie Agfa-
kleuren. Van een titel als
"10.32" (Dreyfuss, 1966) heeft
het Filmmuseum weliswaar twee
kopieën (waarvan overigens een
uit de nalatenschap van distri
butiemaatschappij Gofilex),
maar waar het moedermateriaal
zich bevindt is nog altijd niet
bekend. Het gaat hier om een
van de vele titels waarvan de
productiemaatschappijen niet
meer bestaan en waarvan het
onbekend is of er nog meer
materiaal is. Wanneer noch
negatieven noch kopieën gevon
den worden, zal een kopie uit de
Filmmuseumcollectie als basis
voor conservering moeten die
nen. Van andere Nederlandse
speelfilms bezit het
Filmmuseum weliswaar het
negatief, maar geen projectieko
pie. Dit maakt conservering van
het unieke negatiefmateriaal en
het vervaardigen van een (pro-
jectie-)kopie urgent. Dit geldt
bijvoorbeeld voor films als "Op
de Hollandse toer" (Booth,
1973), met Wim Sonneveld, of
"Daniel" (Terpstra, 1971).
Onderzoek
Ondanks regelgeving en afspra
ken over depotstellingen ontbre
ken helaas nog tal van titels die
in de collectie thuis horen.
In het kader van deze conserve-
ringssubsidie werd onderzocht
waar ontbrekende titels zich
bevinden, wat de staat van deze
films is en, indien de uniciteit
van het materiaal en de fysieke
conditie ervan daartoe aanlei
ding geven, of er voor de collec
tie conserveringen van deze
films gemaakt moeten worden.
De conserveringsdoelstelling is
om uiteindelijk over zowel een
kwalitatief goed negatief (moe
dermateriaal) als een (projectie)
kopie van elke Nederlandse
speelfilm te beschikken. Dit
laatste is natuurlijk van belang
om de film te kunnen presente
ren en beschikbaar te stellen.
Verder worden door middel van
digitalisering de films nog toe
gankelijker, voor bijvoorbeeld
studiedoeleinden, voor
gebruik door tv-programma-
makers en voor allerlei edu
catieve- en informatieve toe
passingen via de elektroni
sche snelweg. Gezien de
ambities die het Filmmuseum
op dit terrein koestert, zal
een deel ook worden aange
wend om de geconserveerde
Nederlandse speelfilmcollec
tie te digitaliseren.
Interessant nevenaspect van het
project is het onderzoek van
Mustafa Özen. Hij heeft in eer
ste instantie aanvullende gege
vens gezocht van de titels uit de
periode, zoals gegevens over de
uitbreng. Daarnaast heeft
Mustafa een uitgebreid receptie-
onderzoek verricht naar de titels
uit die periode, dat veel inzicht
in de populariteit van de films
zal opleveren.
In maart 2001 presenteert het
Filmmuseum een uitgebreid
retrospectief rond cineast Fons
Rademakers, die onlangs zijn
80e verjaardag vierde. Dankzij
het project Op de Hollandse
Toer is het nu mogelijk vrijwel
al zijn titels, waaronder de film
"Als twee druppels water"
(1963), met nieuwe kopieën te
presenteren.
Olaf Nooij:
"Wij denken er over een dia te ontwikkelen,
DIE HET PUBLIEK TOONT WAAR DE NOODUITGANGEN ZIJN.
DAT KAN HELPEN PANIEKSITUATIES TE VOORKOMEN."
Jacques van Woensel:
"De brandweer in Haarlem
is best streng.
Wij moesten de zaak een
keer een paar uur sluiten
omdat de sprinkler
installatie lekte."
2 2
DE CONSERVERINGSWERK-
ZAAMHEDEN CONCENTREER
DEN ZICH OP TITELS UIT DE
JAREN VIJFTIG, ZESTIG EN
ZEVENTIG. VELE TITELS UIT
DIE PERIODE ZIJN AL 'MET UIT
STERVEN BEDREIGD'.
23