18
eene overwinning smaken, al was die niet zoo groot als te Rot
terdam.
De actie voor de verlaging der belasting op de Vermakelijk
heden, in de Residentie gevoerd, was van veel langer duur en
daarin heeft ook het Hoofdbestuur in groote mate deelgenomen.
Op het eind van het jaar 1922 werd de actie ingezet. Er werden
eenige requesten aan den Raad gezonden en achtereenvolgens
besprekingen gevoerd met de Financieele Raadscommissie.
Op 23 November 1922 had eene delegatie uit het Hoofdbestuur
en uit het Bestuur van de afdeeling Den Haag, bestaande uit de
Heeren D. Hamburger Jr., S. Zondervan, I. Cohen Barnstyn, S. C.
Hij mans en den Bondsadministrateur A. de Hoop, een onderhoud
met Burgemeester Patijn, waarbij laatstgenoemde geen bevredi
gende toezeggingen kon doen.
Er werd ook eenige malen in samenwerking met andere belang
hebbenden bij het Kunst- en Amusementsbedrij f verder geageerd,
maar een en ander leidde eerst aan het eind van het jaar 1923 tot
een goed resultaat.
Een voorstel van ons Raadslid Mullens, om de Vermakelijkheids-
belasting met 10 procent te verlagen, kon in den Raad geen mede
werking verkrijgen. Wel besloot de Raad tot vermindering van het
percentage van 25 op 20.
AI is de overwinning dan ook niet volkomen, toch is het halve
succes een oprecht gemeende gelukwensen waard.
In de hoofdstad gelukte het tot heden toe niet een lager percen
tage dan 20 te verkrijgen. En dit ondanks het feit, dat daar door
de afdeeling Amsterdam twee met sprekende cijfers en krachtige
argumenten gestelde adressen aan den Raad werden gezonden
en het Bestuur der afdeeling zich terdege inspande om de meerder
heid van den Raad van de onrechtmatige hooge belasting te over
tuigen.
In de gemeente Velsen deed het Hoofdbestuur ernstige pogingen
om daar tot verlaging der belasting te komen, maar in strijd met
de toezeggingen, welke de Wethouder voor de Financiën in Juli
1923 in een onderhoud met de gedelegeerden uit het Hoofdbestuur,
de heeren D. Hamburger Jr., E. de Hoop Azn. en de Bondsadmini
strateur deed, werd ons verzoek afgewezen.
Ook in Deventer had op 27 Juni 1923 eene delegatie uit het
Hoofdbestuur, de heeren D. Hamburger Jr., B. van den Heuvel
en de Bondsadministrateur, een onderhoud met B. en W., waarin
zij op verlaging der belasting aandrong, maar ook ondanks her
haalde te dier zake schriftelijk ingediende verzoeken, leidde het
optreden van het Hoofdbestuur tot heden toe niet tot een resultaat.