29 Het resultaat van de verkregen overeenstemming is uitgewerkt in de door het Hoofdbestuur op de vergadering van heden voorge stelde Statutenwijziging. Ongetwijfeld zal de zakelijke- en de vriendschapsbanden tus- schen filmverhuurder en exploitant door het in werking treden dezer nieuwe bepalingen nauwer aangehaald worden. De Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders ontwierp een reglement, dat nog de goedkeuring van het Hoofdbestuur behoeft. Plaatselijke afdeelingen. Feitelijk bestaan op het oogenblik slechts twee plaatselijke afdee- lingen van exploitanten, met name in Amsterdam en Den Haag, die overeenkomstig het bepaalde in de Statuten verplicht zijn een Huishoudelijk reglement te ontwerpen, hetwelk door het Hoofd bestuur moet worden goedgekeurd. De afdeeling Amsterdam zond reeds haar reglement ter goed keuring aan het Hoofdbestuur op. Van beide af deelingen zijn de jaarverslagen aan dit verslag toe gevoegd. In naam bestaat er ook nog een Gewestelijke afdeeling Gelder- land-Overijssel, maar in werkelijkheid kwamen de leden in het laatste jaar geen enkelen keer in vergadering bijeen. Den altijd nog fungeerenden Penningmeester, den Heer D. Pinto uit Zwolle, die steeds zorgde voor de inning der contributie van de in Gelderland en Overijssel wonende leden, zij hier onze dank gebracht. Verwacht mag worden, dat eerlang ook eene afdeeling van ex ploitanten te Rotterdam gesticht zal worden. In dit verband moge hier met voldoening gewezen worden op de toetreding tot het lidmaatschap aan het eind van het jaar 1923 van alle Rotterdamsche Theaters, voor zoover deze nog niet bij den Bond waren aangesloten. Reeds vroeger waren pogingen in het werk gesteld, om ter bevor dering van de eenheid, ook de Rotterdammers in den Bond te doen opnemen, maar deze bleken daartoe om verschillende redenen niet geneigd. Tot op "7 April 1923 de in Rotterdam bestaande „Vereeniging van Ondernemers van Publieke Vermakelijkheden" zich schriftelijk 'tot het Hoofdbestuur wendde, met het verzoek om eene bespreking over de te nemen maatregelen in verband met de indiening van het tweede ontwerp-Bioscoopwet. Op dit verzoek ging het Hoofdbestuur in. Daarna hadden eenige

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1922 | | pagina 31