30
malen besprekingen plaats, om tot een eensgezinde actie te komen
tegen het ontwerp.
Later in het jaar werden nogmaals onderhandelingen aange
knoopt tusschen eenige Rotterdamsche Heeren en het Hoofdbe
stuur. De Bondsvoorzitter mocht daarna het genoegen smaken aan
het eind van 1923 de zes Rotterdamsche Theaters, welke nog geen
leden van den Bond waren, voor het lidmaatschap voor te stellen.
Wij heeten hen in onzen Bond van harte welkom.
Ledenvergaderingen,
In 1922 werden twee en in 1923 drie ledenvergaderingen ge
houden.
Op 9 Januari 1922 werden hoofdzakelijk beslissingen genomen
omtrent de beëindiging van de steunverleening voor de belasting
acties te Venlo en Hilversum, terwijl toen ook besloten werd een
recht te heffen op het doen behandelen van geschillen door de
Commissie van Geschillen".
Op 12 Juni 1922 werd de jaarvergadering gehouden, waarin het
verslag en de rekening en verantwoording, zoowel van de alge-
meene kas, als van de weerstandskas, werden behandeld en goed
gekeurd.
Vervolgens werd in deze vergadering besloten, om bij de Kamer
verkiezingen in 1922 de candidatuur-Henri ter Hall krachtig te
steunen; bij wijze van propaganda een film in de theaters te doen
vertoonen, en een maximum-bedrag van 2000.uit de Bondskas
in de verkiezingskosten bij te dragen.
In de algemeene vergadering van 19 Maart 1923 werden de
nieuwe Statuten behandeld en goedgekeurd en een nieuw Hoofd
bestuur gekozen, bestaande uit de heeren D. Hamburger Jr., voor
zitter (Utrecht); J. M. Franke, 2e voorzitter (Den Haag); R.
Minden, secretaris (Amsterdam); E. de Hoop Azn., Peningmeester
(Bussum); S. Zondervan (Leeuwarden); Ed. Cohen Barnstyn
(Enschedé); A. van Dijk (Amsterdam); B. van den Heuvel
(Utrecht); I. Cohen Barnstyn (Scheveningen); G. van Laeken
(Arnhem); A. P. du Mee (Amsterdam); P. Vermeer (Rotterdam)
en W. Salomon (Amsterdam).
Laatstgenoemde nam eenige maanden na zijne benoeming ont
slag, wegens vertrek naar het buitenland.
Voor de belangrijke diensten, welke hij, zoowel in de functie van
Hoofdbestuurslid als in die van lid der „Commissie van Geschillen",
waartoe hij ook in de vergadering van 19 Maart was benoemd,
bewezen heeft, is de Bond den Heer Salomon zeer erkentelijk.