VERSLAG
van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurder?
van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond
over het jaar 1923.
Mijne Heeren,
Wij hebben hierbij het genoegen U conform art. 21 van ons
Huishoudelijk Reglement verslag uit te brengen over het jaar 1923.
Het afgeloopen jaar, het eerste van het bestaan onzer af deeling,
kenmerkte zich niet door bijzondere gebeurtenissen.
De voornaamste reden/welke destijds leidde, tot hét vormen
onzer af deeling, was de noodzaak om eendrachtig samen te werken,
teneinde maatregelen te treffen, welke eene algeheele verandering'
moesten brengen in de wijze van betaling d^r filmhuur.
Verschillende verhuurkantoren toch hadden vorderingen op
hunne afnemers, loopende in de tienduizenden guldens en hadden
als gevolg daarvan te tobben met hun bedrijfskapitaal, terwijl het
hun eveneens: daardoor niet mogelijk was de nieuwe aankoopen
zoodanig te financieren ais voor een richtigen gang van zaken
noodig was. Deze toestand was onhoudbaar.
De exploitanten vèenerzijdsêischten steeds beter materiaal; de
buitenlandsche verkoopkantoren anderzijds vroegen, als gevolg van
diverse omstandigheden, dusdanige groote sommen, dat het abso
luut noodig was een vlotte roulatie te scheppen en vlotte betaling
van de bedongen huur të bekomen.
Geschiedde dit niet, dan was het voor de verhuurders onmogelijk
steeds betere werken te importeeren.
Een gevolg van een en ander zou geweest zijn, dat hét de bios
coopondernemers steeds moeilijker zou zijn geworden goede pro
gramma's te brengen en dit zou in groote mate van invloed geweest
zijn op hunne ontvangsten. Onder deze omstandigheden was het
voor de filmverhuurders een gebiedende eisch iïi dezen toestand
verandering te brengen.
Einde December 1922 waren de voorbereidende maatregelen ge
troffen en begin 1923 werden de nieuwe verhuurbepalingen inge
voerd en aan de exploitanten bekend gemaakt. '2
Door de invoering van de Normaal-Verhuurcontracten werd de
gewenschte uniformiteit in hooge mate bevorderd.
"-
e
3
BW