15
van een internationalen voetbalwedstrijd. Het gevolg daarvan
was, dat er van zulk een interland-wedstrijd geen film werd
vervaardigd.
In Augustus, toen de Directie van de N.V. „Het Sportpark"
geen filmoperateurs wilde toelaten tot het stadion, waarin de
internationale wielrijderswedstrijden gehouden werden, dan
uitsluitend tegen betaling van een belangrijk bedrag voor elk
toestel, werd door het Hoofdbestuur een vcrtooningsverbod uit
gevaardigd voor de filmopnamen, welke eventueel door niet-
leden van den Bond gemaakt mochten worden.
Aan het eind van het jaar werd eene oplossing verkregen
inzake de oneenigheid met den Nederlandschen Voetbalbond,
die zijn eisch betreffende de betaling voor filmopnamerechten
liet vallen.
Daartegenover moest van Bondswege toegestemd worden in
eene limiteering van het aantal filmoperateurs in dier voege,
dat per interlandwedstrijd door den Nederlandschen Voetbal
bond ter beschikking van den Nederlandschen Bioscoop-Bond
zouden worden gesteld zes bewijzen van toegang voor het filmen
met drie apparaten.
Eene overeenkomst werd aangegaan tot weder opzegging toe,
nadat het Hoofdbestuur van alle bij den Bond aangesloten film
fabrikanten de verklaring had ontvangen, dat deze zich met die
overeenkomst zeer goed konden vereenigen.
Zoo is dan in het afgeloopen jaar weer een twistpunt ten onzen
gunste opgelost.
De Vermakelijkheidsbelasting.
In 1926 heeft het Hoofdbestuur de actie tegen de vermakelijk
heidsbelasting ingezet met de verzending van een aantal adres
sen tot onderscheidene Gemeenteraden.
Deze adresbeweging geschiedde uitsluitend in de gemeenten,
waarin de exploitanten den wensch te kennen hadden gegeven,
om verlaging der vermakelijkheidsbelasting ten behoeve van
hunne zaken te verkrijgen, o.a. in Alkmaar, Almelo, Apeldoorn,
Breda, Brunssum, Delft, Deventer, Eindhoven, Enschedé, Gronin
gen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, Hilversum, Hoorn,
Krommenie, Leiden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Sit-
tard, Utrecht, Velsen, Waubach en Winschoten.
Vervolgens werden aan de Raden van de Gemeenten Amers
foort, Amsterdam en 's-Gravenhage adressen gezonden, waarin
adhaesie betuigd werd met de verzoeken door de plaatselijke
exploitanten tot die Gemeenteraden gericht, om primair: de