21
en bovendien strijdig met de wettelijke voorschriften aangaande
de arbitrage.
De Af deelingen.
Er was tijdens het verslagjaar eene korte periode, waarin het
Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders een militante hou
ding aannam tegenover het Hoofdbestuur en wel bij de behandeling
der statutenwijziging.
Nadat men eikaars bedoelingen had begrepen, herstelde zich
gelukkig weer de goede verstandhouding, die alleen bevorderlijk
kan zijn aan de allerbeste behartiging van de belangen van allen,
die in het film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn.
Overigens was de verhouding tusschen het Hoofdbestuur met
de afdeelingsbesturen van den meest aangenamen aard.
Door de afdeeling Den Haag werd eindelijk het door deze af-
deeling aangenomen Huishoudelijk Reglement ter goedkeuring aan
het Hoofdbestuur aangeboden.
In de onderscheidene conferenties, die met de af
deelingsbesturen over aangelegenheden van plaatselijk karakter,
zoowel als van bedrijfsbelang werden gehouden, heerschte steeds
de$i levendige^ wensch, om door vriendschappelijke beraadslagin
gen, het doel, waarvoor men bijeen was, met medewerking van het
Hoofdbestuur, te bereiken.
Dezerzijds wordt er bovendien groote waarde aan gehecht aan
het slot van deze rubriek te getuigen van de goede en nuttige
samenwerking tusschen het Bondssecretariaat met de administratie
der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, waardoor verschillende
leden tal van moeilijkheden, welke hen bedreigden, bespaard zijn
gebleven.
Ledenvergaderingen.
Tijdens het verslagjaar werden drie ledenvergaderingen gehou
den, waarvan er eene niet minder dan drie dagen duurde.
Op 8 Maart 1926 had eene buitengewone ledenvergadering
plaats, waarin het beroep, aanhangig gemaakt door de Belgica
Film-Mij. „Eureka" te Schoten van een haar op 20 Maart 1925
door het Hoofdbestuur opgelegde boete ten bedrage van 500.—.
zulks op grond van het bepaalde in art. 18 der Statuten, ontvan
kelijk werd verklaard en mitsdien het besluit van het Hoofdbestuur
werd vernietigd.
Een beroep, aanhangig gemaakt door de Cinema Central te
Apeldoorn van een haar op 15 September 1925 opgelegde boete