24 der Statuten (thans art. 19) verleend, om op te treden tegen hen, die in strijd handelen met de algemeene belangen en de waardig heid van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, moest het Hoofdbestuur slechts enkele malen gebruik maken. Ten aanzien van alle gevallen (vier zaken wegens deloyale en in strijd met de waardigheid van het bedrijf gevoerde concurrentie en één wegens levering aan een geboijcot theater) deed het Hoofd bestuur den schuldigen eene waarschuwing toekomen. Tot het opleggen van een boete of tot het uitvaardigen van den boijcot behoefde het Hoofdbestuur gelukkig in geen enkel geval te besluiten. Het Hoofdbestuur benoemde tot leden van den Raad van Beroep de heeren J. Veerman te Amsterdam, J. ter Linden te Am sterdam en L. S c h e t s e r te Haarlem (exploitanten) en de heeren E. de Hoop A z. te Bussum, R. Minden te Amsterdam en Ch. Peereboom te Amsterdam (filmverhuurders) Doordat later een vacature in den Raad van Beroep ontstond, tengevolge van de verkiezing tot voorzitter van het lid den heer E. de Hoop benoemde het Hoofdbestuur in diens plaats den heer A. v a n D ij k te Amsterdam. Weer eenige maanden later, toen de heeren J. Veerman en Ch. Peereboom ontslag hadden genomen als leden van den Raad van Beroep, werden door het Hoofdbestuur in hun plaats benoemd de heeren I. C oh e n B a r n s t ij n te Utrecht en B. D. O c h s e te Haarlem. Aan alle leden, die in 1925 deel hebben uitgemaakt van het hoog ste rechtscollege in den Bond, met name de heeren J. Fris, P h. Kessler. A. Benno, M. Pezaro en Veerman betuigt het Hoofdbestuur hierbij zijn hartgrondigen dank voor de diensten, welke de vroegere arbiters den Bond hebben bewezen. Daar het verhandelde in de hoofdbestuursvergaderingen door publicatie in het vakblad openbaar is gemaakt, kan eene opsom ming van alle behandelde zaken in dit verslag achterwege blijven. De door verschillende leden voorgestelde wijzigingen in het Bondscontract, waaromtrent het Hoofdbestuur ook nog overleg pleegde met de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, konden niet de instemming van het Hoofdbestuur wegdragen. Het Secretariaat» Door het secretariaat werden ook in het afgeloopen jaar ver schillende rapporten samengesteld, o.a. betreffende het internatio naal Filmcongres te Parijs en met betrekking tot de uitvoering van de bioscoopwet.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1926 | | pagina 24