a. het bedrag van het vergunningsrecht;
b. de zetel der Centrale Commissie;
c. taak en werkwijze der Centrale Commissie;
d. vertegenwoordiging van het bedrijf zoowel in het Bureau der
C. C, als in de Commissie zelve;
e. de contróle-maatregelen;
f. de bevoegdheden van de plaatselijke Commissiën van Toezicht
en van de erkende instellingen of vereenigingen;
g. het bedrag van het keuringsrecht; en
h. de overgangsmaatregelen.
Het Hoofdbestuur koestert de gegronde verwachting, dat de
Regeering met ons advies zal rekening houden.
Erkend dient immers te worden, dat het Hoofdbestuur ook bij
de besprekingen, welke het in Maart 1926 met den heer Minister
van Binnenlandsche Zaken over het ontwerp-bioscoopwet, dat
toen nog in de Eerste Kamer behandeld moest worden, heeft mogen
voeren, een gewillig gehoor bij de Regeering vond.
Misschien zal het jaarverslag over het thans loopend jaar ver
blijdende resultaten omtrent den arbeid van het Hoofdbestuur met
betrekking tot de uitvoering van de bioscoopwet kunnen ver
melden.
Artikel 7.
Was voor het bedrijf naar buiten de aanneming van de bioscoop
wet het belangrijkste feit van 1926; het Bondsleven stond in het
afgeloopen jaar voor een groot deel in het teeken van artikel 7,
een voor buitenstaanders moeilijk te begrijpen titel.
Wat verstaat men in Bondskringen onder artikel 7 en waaraan
verdient dit artikel zijn oorsprong?
Reeds gedurende langen tijd kwamen verschillende leden, die
bioscooptheaters in den lande exploiteeren, zich bij het Hoofd
bestuur beklagen, dat hun een onbillijke concurrentie wordt aan
gedaan door gelegenheids-exploitanten, die af en toe te hunner
plaatse filmvoorstellingen kwamen organiseeren, hetzij in een ver
gaderzaal of in een tent.
Deze kwaal woekert al vele jaren voort.
De gelegenheids-exploitant, of, zooals die in vaktermen genoemd
wordt, de houder van een „reizende bioscoop", is geen eerlijke
tegenstander, omdat eene gelegenheids-exploitatie meestentijds
voordeeliger is dan een permanent bioscoopbedrijf.
De exploitanten der „permanente" bioscopen hebben hunne per
manente, d.w.z. steeds terugkeerende, lasten.