20
de Raad der Gemeente Wageningen ten slotte besloot op het
adres der geestelijkheid afwijzend te beschikken.
Burgemeesterlijke willekeur.
Op het allerlaatste oogenblik hebben verschillende burgemees
ters nog gebruik gemaakt van hunne onbegrensde bevoegdheden,
welke hun krachtens art. 188 der Gemeentewet waren verleend,
doch welke onder de vigeerende bioscoopwet aan banden zijn
gelegd.
Voor de Burgemeesters van de vier grootste gemeenten in ons
land (Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht) zal het
hun onvergankelijke roem blijven, dat zij het waren, die in gemeen
schappelijk overleg besloten hebben de vertooning van de vol
maakt onschuldige Russische film „De Moeder" in openbare
bioscoopvoorstellingen te verbieden.
Toen de tusschenkomst van het Hoofdfbestuur gevraagd werd,
was reeds zoowel in de pers, als in de gemeenteraden omtrent
dit onredelijk verbod zooveel betoogd, waardoor de betrokken
Burgemeesters uit een oogpunt van prestige niet meer op hun
besluit konden terugkomen, dat het ingrijpen van den Bond reeds
bij voorbaat tot mislukking gedoemd was.
Niettemin werd geconfereerd o.m. met den Burgemeester van
Amsterdam, den heer W. de V1 u g t, die met het Hoofd
bestuur over alle onderwerpen wilde praten, doch liefst niet over
de kwestie ,,De Moeder".
Ook ons medelid, de heer E. V i s k o p e r S z., gaf zich, als
lid van den Haagschen Raad, veel moeite om in de residentie het
verbod opgeheven te krijgen, doch noch in 's-Gravenhage, noch
in de andere drie steden kwamen de Burgemeesters op hunne een
maal gegeven beslissing terug.
De Burgemeester van Rotterdam heeft behalve de film
,,De Moeder", ook nog op het eind van het afgeloopen jaar eene
andere film, ,,De donkere sloppen van Algiers", voor openbare
vertooning verboden.
Een en ander is voor het Hoofdbestuur aanleiding geweest, met
Burgemeester W y t e m a te gaan confereeren, waarbij bestaande
misverstanden uit den weg geruimd konden worden.
In Sittard, de gemeente waaraan in dit verslag reeds meer
de aandacht is gewijd, was in het begin van 1927 een conflict ont
staan tusschen den Burgemeester met de directie van een der
aldaar gevestigde bioscopen, wier vergunning geschorst was
wegens eene gepleegde overtreding.