verordening is gegrond, is sterk de nadruk gelegd op het plaatse
lijk karakter der gemeentelijke nakeuring. Hiermede verdraagt zich
reeds aanstonds kwalijk opdracht aan het te Amsterdam geves
tigde kantoor eener te Eindhoven zetelende vereeniging, die, ge
heel buiten verdere bemoeienis van het gemeentebestuur om, als
eenige instantie voor onderscheiden gemeenten de nakeuring ver
richt. Dat ook overigens de wet een dergelijke constructie nimmer
kan hebben bedoeld, blijkt ten duidelijkste uit de art. 20 en 21,
die regelen de wijze, waarop men zich vrijwillig aan de keuring
van een particuliere vereeniging kan onderwerpen, en er zich te
allen tijde aan onttrekken. Hiermee is in strijd een gedwongen
tusschenkomst van zoodanige vereeniging."
Bij deze uitlegging van de Bioscoopwet sluit ik mij gaarne aan.
Op grond van het voorgaande acht ik het mij voorgelegde be
sluit van B. en W. van Maastricht te zijn in strijd met de wet. De
mij geworden stukken gaan hierbij weder terug.
Hoogachtend,
(w.g.) SCHELTEMA.
101