zakelijken als moreelen aard tegen de gestie van het Bestuur van
het Centraal Filmarchief" werden ingebracht. De heer Ham
burger gaf daarop het Archiefbestuur de gelegenheid van repliek
te dienen, welke het gaarne aangreep, en waarvan verwacht kon
worden een zuivering van de zoozeer bedorven atmospheer.
Na de wisseling der schriftelijke memories kwamen eenige malen
de filmfabrikanten in eene conferentie samen, zulks op uitnöodiging
van den Bondsvoorzitter, die er na veel moeite in slaagde alle
belanghebbenden te winnen voor eene toenadering tot het Film
archief, gebaseerd op een van de zijde van het bedrijf, uit vrijen
wil en dus zonder eenige pressie van wie ook, te verkenen mede
werking, waardoor het N. C. F. in staat gesteld zou kunnen worden
beter dan tot dan toe aan het gestelde doel te beantwoorden.
Juist op den dag, die voor de toekomstige verbetering der ver
standhouding tusschen bedrijf en Filmarchief beslissend kon zijn.
verscheen in de pers een rondschrijven van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw d.d. 16 Juni 1930, gericht aan
de gemeentebesturen, waarin verzocht wordt, van de operateurs
die met medewerking der gemeentebesturen filmopnamen komen
maken eene verklaring te vragen, waarbij zij zich bereid verklaren
het negatief der op te nemen films in bewaring of ten geschenke
te geven aan het Nederlandsen Centraal Filmarchief. (De tekst
van de ministerieele circulaire is achteraan in dit verslag onder
bijlage G afgedrukt).
Deze rondzendbrief, die naar in den brief zelf gemeld wordt
op instigatie van het Bestuur der Vereeniging is tot stand ge
komen, althans van eenige bestuursleden, want het Bestuurslid, de
heer D. Hamburger Jr. is nimmer gekend in den stap, dien het
Bestuur" bij den Minister gedaan heeft, beteekende eene openlijke
oorlogsverklaring van de zijde van het Centraal Filmarchief",
afgekondigd nog wel onder de hooge bescherming van de Neder-
landsche Regeering, aan de Nederlandsche filmfabrikanten.
Klaarblijkelijk heeft de Minister, door slechte raadgevers gead
viseerd, niet ingezien tot welke consequenties het verzenden van
dezen brief zou kunnen leiden, want het laat zich toch begrijpen,
dat de filmfabrikanten er niet aan kunnen denken onder pressie
de filmnegatieven, welke hun eigendom zijn, af te geven aan eenige
menschen, die met het filmbedrijf niets hebben uit te staan, doch
louter uit bemoeizucht zich op dat bedrijf heben geworpen.
Zoowel om principieele als om practische redenen kan trouwens
nimmer aan den eisch, dien het Centraal Filmarchief" den film-
operateur wil laten stellen, voldaan worden. Principieel niet, omdat
het stellen van zulk een eisch inbreuk maakt op de vrijheid van
26