Geen betaling voor filraöpname-rechtert.
Ter verdere bescherming van de leden-filmfabrikanten, met wie
het Hoofdbestuur in het afgeloopen jaar bij herhaling heeft gecon
fereerd, moest het Hoofdbestuur eenige malen een vertoog richten
tot organisaties, die voor tentoonstellingen, optochten, feesten e.d.
het plan koesterden, de rechten voor het doen maken van film
opnamen te verpachten.
Het Hoofdbestuur liet daarbij uitkomen, dat den filmfabrikanten
vrije toegang behoorde te worden verleend tot alle openbare ge
beurtenissen en dat onder geen enkele voorwaarde betaling zou
geschieden voor het verkrijgen van het filmopnamerecht.
Vertoogen in dien geest zijn uitgegaan o.m. aan het Uitvoerend
Comité van de Zuiderzee-Visscherij-Tentoonstelling te Enkhuizen
en aan de Lustrumcommissie-1930 te Leiden.
Het te dezer zake door den Bond ingenomen standpunt blijkt
alom meer waardeering te vinden. Dit komt vooral hierin tot uiting,
dat steeds meer verschillende officieele lichamen zich tot het
Hoofdbestuur wenden met het verzoek, om bij openbare gebeur
tenissen bemiddelend op te treden bij het uitreiken van toegangs-
kaarten voor filmoperateurs.
Zoo is het Hoofdbestuur dit jaar regelend opgetreden bij de uit
reiking van operateurskaarten voor het maken van filmopnamen
van de opening der nieuwe sluiswerken te IJmuiden. Ook de Ko
ninklijke Nederlandsche Voetbalbond maakt nog altijd gebruik van
de bemiddeling van het Hoofdbestuur ten aanzien van het ver-
deelen der operateurskaarten voor interland-wedstrijden.
MUZIEK-AUTEURSRECHTEN,
Verschuldigdheid van auteursrechten voor geluidsfilms?
Ook dit jaar werd de vraag, of voor opvoering van geluidsfilms
muziek-auteursrechten verschuldigd zijn, nog niet definitief
opgelost. De muziekauteursrecht-bureaux stellen zich op het
standpunt, dat in de in omloop gebrachte geluidsfilms, althans voor
het meerendeel, muziek voorkomt uit werken, vervaardigd door
bij die auteursrecht-bureaux aangesloten componisten, waarin zij
aanleiding vinden, aanspraak te maken op betaling van muziek-
auteursrechten bij het opvoeren van geluidsfilms.
Vanzelfsprekend houdt men zich ook in het buitenland met dit
probleem bezig. De Duitsche filmindustrie is in meerderheid de op
vatting toegedaan, dat het geluidsfilmrecht een mechanisch recht
is. Dit wordt aan de hand van de in Duitschland geldende licentie-
29