Bijlage B,
BIJ DE AANBIEDING TER KEURING
VAN GELUIDSFILMS MOETEN DE
BIJBEHOORENDE PLATEN TEVENS
WORDEN INGEZONDEN.
Een circulaire aan de belanghebbenden.
Op 27 Januari 1930 is de volgende circulaire aan de filmverhuur
ders gezonden:
„Ik deel U hierbij mede, dat ten kantore der Centrale Commisssie
voor de Filmkeuring een geluidsfilm-installatie zal worden geplaatst
welke, voor zoover het plaat-systeem-gedeelte betreft, in gebruik
is genomen.
In verband hiermede wordt bepaald, dat vanaf heden bij de
aanbieding ter keuring van geluidsfilms tevens de bijbehoorende
platen moeten worden ingezonden.
De volgende voorschriften zijn daarbij in acht te nemen:
Ie. Op het keuringsaanvraag-formulier moet duidelijk worden
vermeld of de film een geluidsfilm is, opgenomen volgens
plaat-geluidsysteem of volgens photo-geluidsysteem en zoo
noodig of van de film zoowel een vitaphone- als een
movietone-copie en/of een stomme copie in roulatie zal wor
den gebracht;
2e. Op elke plaat moet duidelijk zijn vermeld bij welke film
en acte daarvan zij behoort. Deze aanduiding moet overeen
stemmen met de aanduiding op de doozen, waarin de actes
zijn verpakt. (Zie artikel 21 van het Bioscoopbesluit).
3e. De platen moeten behoorlijk verpakt, bijv. in houten of
metalen kisten worden ingezonden. Deze kisten moeten
gemakkelijk kunnen worden geopend, zoodat zij weder kun
nen worden gebruikt voor de terugzending.
4e. In de verklaring, bedoeld in de slotalinea van Artikel 17 van
het Bioscoopbesluit, welke afgedrukt is op het keurings
aanvraagformulier, moeten tusschen de woorden ,,film" en
„toegebrachte" worden ingevoegd de woorden ,,en de
platen".
Belanghebbenden gelieven aan de naleving van de hier gegeven
voorschriften streng de hand te houden. Niet voldoening daaraan
zal in ieder geval vertraging in de afdoening der keuringsaanvragen
tot gevolg hebben."
De Voorzitter der Centrale Commissie
voor de Filmkeuring,
w.g. D. VAN STAVEREN.
63