Bijlage O
IS DE KEURING VAN BI) GELUIDS
FILMS BEHOORENDE PLATEN STRIJ
DIG MET STREKKING EN INHOUD
DER BIOSCOOPWET?
Vragen van den heer F. V o s betreffende een voor
schrift van de Centrale Commissie voor de keuring
van films, om in het vervolg bij aanbieding ter keu
ring van geluidfilms tevens de daarbij behoorende
platen ter keuring in te zenden. (Ingezonden 27 Fe
bruari 1930).
1. Is het den Minister bekend, dat de Centrale commissie voor
de keuring van films, ingesteld krachtens artikel 15 der Bioscoop
wet, belanghebbenden heeft voorgeschreven, dat in het vervolg bij
aanbieding ter keuring van geluidfilms tevens de daarbij behooren
de platen ter keuring ingezonden dienen te worden?
2. Is de Minister niet van meening, dat een dergelijke keuring
van het geluid" in geenen deele gegrond is op de bepalingen der
sub 1 bedoelde wet, die blijkens haar terminologie zij spreekt
van ,,vertoonen" slechts de keuring van beelden voorschrijft en
ook overigens slechts de „stomme" film kent?
3. Is de Minister bereid te bevorderen, dat in het vervolg de
aanbieding ter keuring van bij geluidfilms behoorende platen, als
strijdig met strekking en inhoud der Bioscoopwet, achterwege zal
kunnen blijven?
65