Nadat ook verschillende leden te kennen hadden gegeven dat voor continueering der overeenkomst, die slechts bij wijze van proef voor een half jaar was aangegaan, geen redelijke grond meer bleek te bestaan, werd de overeenkomst met in gang van 1 December 1932 beëindigd. Na dien datum konden de bioscooptheaters, zij 't op be perkter schaal dan voorheen, zulks om de uitwassen van vroe ger onmogelijk te maken, weer aan de vereenigingen, die daaraan behoefte hadden, verhuurd worden. Inmiddels was het Bestuur erin geslaagd, van de gemeente lijke autoriteiten toestemming te verkrijgen om de openbare bioscoopvoorstellingen des Zondags een half uur vroeger, dus om half twaalf des ochtens te doen aanvangen. Hierdoor is het verschillende bioscoopdirecties mogelijk gemaakt voor hen, die belang stellen in een ander genre films dan die, welke gemeenlijk in de bioscopen vertoond worden, speciale Zon dagvoorstellingen te organiseeren. In verband met het vorenstaande moge met erkentelijkheid gewaagd worden van de dezerzijds zeer gewaardeerde mede werking, welke de afdeeling Amsterdam van de gemeentelijke autoriteiten (Stadhuis, politie en brandweer), zoowel als van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de Bioscopen, met welke Commissie het afdeelingsbestuur een alleraangenaamst contact onderhoudt, steeds heeft mogen ondervinden. Hieraan is het mede te danken, dat aan het eind van het verslagjaar een drietal waarschuwingen, welke ingevolge art. 10 van de Bioscoopwet door B. en W. ten opzichte van drie onderscheidene leden waren uitgevaardigd wegens eenige overigens onbeteekenende tekortkomingen, zijn ingetrokken. In het afgloopen jaar werden 5 ledenvergaderingen ge houden. De jaarvergadering, die op 28 Januari werd gehouden, 112

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1932 | | pagina 108