„theater van huurder vertoond zijn, ten verhuur (in den
„zin van art. 1), verkoop of gebruik ter plaatse van huurder
„af te staan aan schoolbioscopen, vereenigingen of parti
culieren, die geen lid van den Bond zijn, tenzij het be-
„treft films, bedoeld in het 2e lid van art. 1, 2o der
„bioscoopwet."
Ook de afdeelingsvergadering van 13 October was gewijd
aan de behandeling van de Bondsvoorwaarden.
In de ledenvergadering van 10 November werd een nieuw
afdeelingsreglement vastgesteld, waarvan het concept door het
Hoofdbestuur was ontworpen als uitvloeisel van de door den
Bond goedgekeurde gewijzigde Statuten en Reglementen.
Het afdeelingsbestuur kwam in 1932 tien maal in vergade
ring bijeen.
In deze vergaderingen werd aan tal van aangelegenheden,
die direct met de exploitatie van de Amsterdamsche bioscopen
verband hielden, aandacht gewijd.
Een poging van het Bestuur om Burgemeester en Wethou
ders af te brengen van hun voornemen om het terrein van
het voormalige Paleis voor Volksvlijt beschikbaar te stellen
voor een buitenlandsch circus, had geen succes. Evenmin het
verzoek van het afdeelingsbestuur aan B. en W. om ook op
de leden, die na 1 Juli 1930 een bioscooptheater in exploitatie
hadden overgenomen, niet het tarief van ƒ120.— voor het
hebben van een brandmelder toe te passen.
Met het Hoofdbestuur werd overeengekomen dat voor het
gebruik van het Bondsbureau ten behoeve van de afdeeling
Amsterdam de huursom van ƒ300.— tot ƒ250.— zou worden
verminderd.
Aan den afgetreden vice-voorzitter, den heer J. ter Lin
den, die vele jaren de afdeeling op loffelijke wijze heeft
gediend, werd een souvenir ten blijke van de erkentelijkheid
der leden aangeboden.
114