13. Verzet tegen invoering van een wekelijkschen rustdag voor toonkunstenaars (1928); 14. Conflict met de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" over onrechtvaardige filmcritiek (1930); 15. Geschil met de Vereeniging „Nederlandsen Centraal Filmarchief"; 16. Protest tegen bevoorrechting van een filmfabrikant door de Vereeniging „Nederlandsen Fabrikaat". Niet bij elk der opgesomde gevallen, waaraan nog tientallen waren toe te voegen, werd het optreden van den Bond met succes bekroond. Dank zij dat optreden is het principe, dat voor het maken van filmopnamen geen rechten geheven mogen worden, door ongeveer alle corporaties van beteekenis aanvaard. Bij de procedure tegen het belasten van de voor de auteurs rechten der films betaalde sommen werd de Bond door de Tariefcommissie in het gelijk gesteld. In Leiden wordt sinds 1931 de Zondagswet met meer soepel heid toegepast en bijgevolg mogen daar nu ook des Zondags middags bioscoopvoorstellingen gegeven worden, hetgeen vóór dien tijd niet was toegestaan. Bij de actie tegen de jeugdverboden wist de Bond te be reiken, dat in de gemeente Velsen het verbod geheel werd ingetrokken en in de gemeenten Utrecht en Sittard de leeftijds grens werd verlaagd tot resp. 14 en 16 jaar. De procedures tegen de verkeerde toepassing van de Bio scoopwet werden grootendeels door den Bond gewonnen. Het conflict met de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" werd tot bevrediging van beide partijen bijgelegd. Eveneens zal dit naar vertrouwd mag worden geschieden ten aanzien van het geschil met het „Centraal Filmarchief". Zonder twijfel is er in de afgeloopen 15 jaren door het 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1932 | | pagina 16