Hiertegen kwamen de toenmalige bestuurderen van den exploitantenbond in 't geweer, alsmede tegen de toen heer- schende minder oirbare handelsgebruiken. Er was werkelijk periculum in mora, doch dat gevaar van te talmen of te toeven werd moedig onder de oogen gezien en met bekwamen spoed werd het beschavingswerk in het bedrijf begonnen. De verkeerde elementen, die van orde en regel niets wilden weten, werden er successievelijk uitgewerkt, waardoor de baan gebroken werd voor allen, die het wel meenden met de nood zakelijke verheffing van het bioscoopwezen in ons land. De eerste botsing in eigen kring ontstond toen de importeur van de film „Intolerance" zich beijverde om deze film buiten de bioscopen, dus in gebouwen waar in den regel geen film- vertooningen werden gegeven, te doen vertoonen. Voor het eerst paste het Bondsbestuur de sanctie van boycot toe, met het gevolg dat de bewuste filmimporteur eieren voor zijn geld koos, m.a.w. dezen eersten Jilmschlager" voor de bona fide bioscopen vrij gaf. Bij den strijd tegen de tendenzfilms, die na het succes van de film Mogen wij zwijgen?" ons land overstroomden, werd (September 1919) de grondslag voor samenwerking tusschen bioscoopdirecteuren en filmverhuurders gelegd. Vertegenwoordigers van de beide groepen, die elk afzon derlijk georganiseerd waren, vormden een z.g. censuurcom- missie, aan wie te danken was, dat tal van kwasi-wetenschap- pelijke films, die meerendeels de gevolgen van de prostitutie in het licht stelden, onvertoond naar Duitschland werden terug gezonden. In Januari 1921 hebben bioscoopdirecteuren en filmverhuur ders nog geschermutseld, toen de Bond, die sinds September 1919 genoemd werd ,,Nederlandsche Bond van Bioscoop- Theater-Directeuren", officieel de wekelijksche filmbeurs had ingesteld in den foyer van het thans afgebrande Flora-Theater in de Amstelstraat te Amsterdam. De filmverhuurders ver langden toen, dat de bioscoopdirecteuren op hun beurs in 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1932 | | pagina 19