volgende hoofdbesturen gekoesterde wenschen in vervulling
gaan.
Vele vraagstukken bleven tot nu toe onopgelost, hoewel in
de afgeloopen periode zeer vaak gepoogd is de oplossing
ervan te benaderen.
In dit verband moge herinnerd worden aan de tallooze
pogingen die ondernomen zijn om de nadeelen, die de z.g.
permanente bioscopen van reizende- of gelegenheidsbiosco-
pen ondervinden, weg te nemen, en aan de velerlei stelsels,
welke bestudeerd zijn om de filmbeschadiging den kop in te
drukken, waarbij de mogelijkheid om te komen tot een stelsel
matige opleiding van operateurs ernstig onder de oogen is
gezien.
Er bestaat redelijke grond voor het vertrouwen dat te
eeniger tijd een goede oplossing van deze problemen zal wor
den gevonden, waardoor dan tevens verschillende andere
maatregelen, die daarmede nauw verband houden, in de eerste
kwestie: het tegengaan van filmverhuur aan vereenigingen en
buitenstaanders en bij het tweede probleem: de instelling van
permanente controle in de cabines, waarvoor nu door de in
1932 gewijzigde Bondsvoorwaarden de mogelijkheid is open
gesteld, het openen van cursussen voor opleiding van opera
teurs en de stichting van een plaatsingbureau voor bioscoop
personeel, verwezenlijkt zullen kunnen worden.
Het was voor allen in het Nederlandsche film- en bioscoop
bedrijf, waar men ondervonden heeft wat krachtige organisa
tie vermag, steeds een groote teleurstelling, dat men in het
buitenland nog niet tot het inzicht is gekomen op welke wijze
de vereeniging van alle belanghebbenden bij de filmindustrie
moet worden opgebouwd.
Tot nu toe konden de collega's in de andere landen er n.l.
niet in slagen filmfabrikanten, filmverhuurders en bioscoop
directeuren in één Bond, gelijk dit in ons land het geval is, te
vereenigen. Daardoor bleven de door den Nederlandschen
26