Vv'
bedrijf, zoowel organisatorisch alg zakelijk, geraadpleegd
wordt en bijgevolg voor het bioscoopwezen hier te lande
groote representatieve waarde heeft.
Naast het administratieve personeel werd in verband met
de uitbreiding van de taak van het Bondsbureau, dat het vorig
jaar in ruimere en beter ingerichte vertrekken in een solied
pand aan de Achtergracht 19 te Amsterdam is ondergebracht,
in 1931 een assistent aan den Bondsadministrateur toegevoegd.
De ontwikkeling van het Bondsleven maakte bij herhaling
vijziging van de Statuten en het in het leven roepen van
eranderde reglementen en voorschriften noodig.
De voorbereiding van al deze reglementaire veranderingen,
aarbij de Bondsleiding werd voorgelicht door den rechtskun
digen raadsman van den Bond, den heer Mr. C h. J. F.
Ka rsten te Amsterdam, vereischte veel tijd voor studie en
beraadslaging.
In het geheel werden de Statuten, na de vaststelling in 1919,
vier maal gewijzigd, zoodat thans vijf Koninklijke Besluiten aan
de tot stand koming der statuten verbonden zijn.
Een groot deel van den kostbaren tijd der Bondsleiding
werd in den loop der jaren in beslag genomen door besprekin
gen en onderhandelingen nopens de uitgifte van een Bonds
orgaan, waartoe het tot nu nog niet is gekomen. Leden van
erschillende studiecommissies hebben zich hiervoor meer
malen de hersens gepijnigd.
In het ,,orgaanlooze" tijdperk mocht de Bond dikwerf steun
en sympathie ontvangen van het als vakblad bekend staande
orgaan: „Het Nieuwe Weekblad voor de Cinematografie",
welks hoofdredacteur, de heer Pier Westerbaan, steeds gaarne
zijn kolommen geopend hield voor de officieele mededeelingen
van den Bond.
Tijdens het 15-jarig bestaan stond de Bondsleiding voortdu
rend in contact met landelijke, provinciale en gemeentelijke
departementen en diensten.
29
V