De financieele positie van het Nederlandsche film- en bio
scoopbedrijf kan, ondanks de crisis, nog redelijk wel genoemd
worden, hetgeen hieraan te danken is, dat door de heer-
schende geordende toestanden, die de Bond door het stellen
van regelen en het geven van voorschriften in het leven heeft
geroepen, het bedrijf zakelijk en financieel krachtig gefundeerd
is. Hierdoor kon ook het vertrouwen van de financieele wereld,
die aanvankelijk ten aanzien van de credietgeving afkeerig
tegenover het bioscoopbedrijf stond, gewonnen worden.
De Bondsleiding is in den loop der jaren vrij stabiel ge
bleven.
De eerste voorzitter was de heer Willy Mullens te
's-Gravenhage, die vanaf de oprichting van den Bond tot
18 Juli 1921 de vergaderingen voorzat. Toen hij in de reor
ganisatie-vergadering op voornoemden datum het presidium
aan den heer D. Hamburger Jr. te Utrecht overdroeg,
werd de afgetreden voorzitter tot eere-voorzitter benoemd.
Hem werd later ook een Koninklijke onderscheiding (het rid
derkruis van de Oranje-Nassau-Orde) verleend wegens zijn
verdiensten voor de cinematografie.
Sinds 1931 fungeert de heer Mullens als voorzitter van
den Raad van Beroep, het arbitrage-instituut van den Bond,
dat in hoogste instantie uitspraak doet.
Van den tegenwoordigen voorzitter, den heer D. Ham-
burger Jr., kan getuigd worden, dat zonder hem de Bond
een lichaam geweest zou zijn zonder ziel. Aan dezen krach-
tigen leider heeft de Bond ontzaggelijk veel te danken.
Op 18 Februari 1918, bij de eerste bestuursverkiezing nè
de stichting, werd de heer Hamburger met algemeene
stemmen tot bestuurslid gekozen. Een jaar later, op 3 Februari
35