slag uit te brengen over de werkzaamheden in het a f g e-
loopen jaar noopt hem niet verder te gaan en in het
verdere deel van dit verslag zich uitsluitend tot het jaar 1932
te bepalen.
HET VERSLAG OVER 1932.
Het afgeloopen jaar heeft zich gekenmerkt door een interne
restauratie, waarvoor de bouwstoffen al jaren tevoren waren
bijeengezameld.
Daartoe bestond in de voorafgaande jaren minder gelegen
heid, daar de Bondsleiding zich toen meestentijds met acties
naar buiten had bezig te houden.
De restauratie bestond in een zeer ingrijpende verandering
van de grondvesten van ons gebouw en van de inrichting,
die zij voor de moderniseering van het filmbedrijf moest onder
gaan. M.a.w. de statuten van den Bond moesten worden ge
wijzigd en de reglementen, waaronder ook de Bondsvoorwaar-
den, vernieuwd.
In de eerste plaats moest versterking gebracht worden in
de rechtsverhouding tusschen den Bond en de afdeelingen, die
nog al wankel leek. Ook de rechtspositie van de leden diende
nauwkeuriger in de statuten te worden omschreven, opdat
zekerheid zou worden verkregen, waartoe de Bond al dan
niet bevoegd is en tot hoeverre de rechten en verplichtingen
van elk lid individueel reiken.
Bovendien diende in de statuten te worden vastgelegd de
gelijkgerechtigheid tusschen filmverhuurders en -fabrikanten
eenerzijds met bioscoopdirecteuren anderzijds, waarvan laatst
genoemden kwantitatief in de meerderheid zijn; doch aan
welke beide groepen kwalitatief gelijke waarde in en voor het
bedrijf moet worden toegekend.
Het overigens gezonde lichaam van het arbitrage-instituut
was uit zijn kracht gegroeid en om weer de juiste verhou
dingen te verkrijgen, waarbij rekening moest worden gehou
den met de steeds verder gaande eischen, welke aan de arbi
trale rechtspraak worden gesteld, werd een gansch andere
39