Het spreekt vanzelf, dat tevens is vastgelegd de verplichting van alle leden om zich bij de uitoefening hunner bedrijven aan dusdanige besluiten en voorschriften te houden. Door een bepaling dienaangaande in de Statuten op te nemen, is de filmbeurs nu ook officieel als een instelling van den Bond erkend. Eveneens brengt de bepaling, die nu in de Statuten is op genomen betreffende de Algemeene Voorwaarden van Ver huur en Huur van Films en het gebruik door de leden van de namen van films, de verplichting voor elk lid mede, om uit sluitend onder deze Bondsvoorwaarden zaken op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf te doen en de titels van de in omloop te brengen films te doen registreeren. In de nieuwe Statuten is slechts met één artikel vastgelegd dat alle zakelijke geschillen van de leden met uitsluiting van den burgerlijken rechter aan de Bondsarbitrage zullen zijn onderworpen. Daarbij is nieuw, dat ook geschillen tusschen leden en donateurs van den Bond door arbitrage beslecht zullen worden. Een afzonderlijk Arbitrage-Reglement regelt de benoeming, taak, bevoegdheid en werkwijze van de arbitrage-commissies van den Bond. Hierbij zijn gansch nieuwe methodes vast gesteld, welke ook al weer door de practijk noodig werden geacht. De benoeming van leden der „Commissie van Geschillen" zal niet meer geschieden door de ledenvergadering, maar door het Hoofdbestuur, gelijk dit voorheen ook bij de samen stelling van den „Raad van Beroep" geschiedde. Voor het behandelen van geschillen en het geven van beslis singen zullen in het vervolg echter niet meer alle leden van de „Commissie van Geschillen" bijeenkomen, doch slechts de voorzitter met één lid-filmverhuurder en één lid-exploitant, die met hun drieën een z.g. Kamer vormen. Hierdoor zullen de zaken vlugger dan voorheen afgedaan kunnen worden. Met het oog op de invoering van het systeem van Kamers, zal de „Raad van Beroep" met twee leden worden uitgebreid 43

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1932 | | pagina 41