verschillende gemeenten beraamd werden om de Vermake- lijkheidsbelasting te verhoogen, aan den anderen kant dient te worden getuigd dat het niet meer mogelijk is in den bestaan den toestand met betrekking tot het vrij algemeen geldend heffingspercentage van 20 te berusten. De crisis en de warme zomermaanden hebben in 1932, gelijk wij reeds hiervoren gemeld hebben, een aanmerkelijken teruggang (8 pet.) van het bioscoopbezoek veroorzaakt. De achteruitgang der ontvangsten is procentsgewijs nog grooter. In verschillende gemeenten zijn de recettes zelfs met 25 pet. verminderd en volgens de ons ter beschikking zijnde gegevens bedraagt de vermindering der ontvangsten over de geheele linie gemiddeld 15 pet. Ook in ons land is evenals in het buitenland het verschijnsel waar te nemen, dat behalve de categorie, die wegens onver mogen niet meer de bioscopen kan bezoeken, waaraan de ach teruitgang van het bezoek is toe te schrijven, een groot ge deelte van de vaste bioscoopbezoekers naar goedkoopere rangen is verhuisd. De eerste rangen, die in ons land in het geheel niet duur zijn, worden veel minder bezet. (In Amster dam bijv. is de verkoop van de entreebiljetten boven ƒ2.— in 1932 tot een derde van het in het voorafgaande jaar verkochte aantal plaatsen teruggeloopen). Daar de bioscoopondernemingen ten aanzien van het hoofd bestanddeel hunner bedrijven, n.i. de films, geheel van het buitenland afhankelijk zijn, kunnen zij zich niet door aanmer kelijke verlaging der exploitatiekosten bij de gewijzigde ver houdingen aanpassen. De renten en huren zijn niet verlaagd; evenmin de electriciteitstarieven. Ook de loonen zijn vrij alge meen onaangetast gebleven. Het behoeft dus nauwelijks betoog, dat uitsluitend door ver lichting der lasten, inzonderheid van de Vermakelijkheids- en Personeele Belasting (de laatste is in bijna alle gemeenten nog verhoogd), voorkomen kan worden, dat de rentabiliteit van de bioscoopondernemingen geheel verdwijnt. Vandaar dat de Bond in de naaste toekomst zal hebben te 53

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1932 | | pagina 51