gestegen, nu en dan gratis toegang tot de bioscopen te ver-
leenen. Dezerzijds werd aan het verstrekken van vrijbiljetten
aan de slachtoffers der crisis steeds de voorwaarde gesteld,
dat ook van de zijde der gemeentebesturen medewerking zou
worden verleend door voor de gratis-toegangsbewijzen ont
heffing van vermakelijkheidsbelasting te verleenen.
Het Gemeentebestuur van Maastricht, dat hetgeen ook
uit de gevoerde correspondentie is gebleken inzake het ver
zoek van den Bond om het heffingspercentage voor de biosco
pen te verminderen klaarblijkelijk niet gaarne afstand van
de heffing dezer belasting doet, weigerde aanvankelijk kwijt
schelding te verleenen. Hierop liet het Hoofdbestuur aan
B. en W. weten dat door deze weigering de leden van den
Bond zeer tot hun leedwezen genoopt waren aan de werk-
loozen te moeten onthouden de ontspanning, waaraan onder
de bestaande omstandigheden bij de betrokkenen zoo'n groote
behoefte bestaat.
B. en W. van Maastricht verklaarden zich toen bereid vrij
stelling van belasting te verleenen, mits speciale voorstellingen
voor de werkloozen werden gegeven, doch daarmede kon de
Bond geen genoegen nemen.
Een der raadsleden heeft toen op 15 Maart 1932 in den
Raad der gemeente Maastricht een interpellatie over deze
aangelegenheid gehouden, waarbij in den Raad een sterke
srooming naar voren kwam die het standpunt van den Bond
bleek te billijken.
Het gevolg was dat B. en W. hun oorspronkelijk standpunt
verlieten en bij schrijven van 29 Maart den Bond berichtten,
dat de aangelegenheid geregeld was.
Een interessant geval met betrekking tot de Personeele
Belasting hebben wij nog te memoreeren.
Een onzer leden had gereclameerd tegen den aanslag in
de Personeele Belasting, wegens het aanslaan van de projectie
apparaten, welke als mobilair werden beschouwd,
70