internationale bijeenkomst van filmproducenten ter behande
ling van het vraagstuk der auteursrechten. Met het oog op
het groote belang, dat ook het bedrijf in Nederland bij de
oplossing van dit vraagstuk heeft, besloot het Hoofdbestuur
eenige vertegenwoordigers van den Bond de Parijsche con
ferentie te doen bijwonen.
Daar op het gebied der smalfilms ongeordende toestanden
bleken te bestaan, stelde het Hoofdbestuur zich in verbinding
met de Will Hays' Organisation te New-York met het verzoek
te willen bevorderen, dat de vertooningsrechten van de door
de Amerikaansche producenten uitgebrachte filmwerken, on
geacht of zij op normaal- dan wel op smalfilmcopieën in om
loop worden gebracht, in één hand te laten, zoodat zonder
voorkennis van de in Nederland gevestigde vertegenwoor
digers der Amerikaansche producenten geen smalfilmcopieën
kunnen worden gedistribueerd,
De Hays' Organisation, die hiernaar een onderzoek had
ingesteld, deelde den Bond hierop mede dat de voornaamste
filmproducenten in de Vereenigde Staten nimmer de rechten
van speelfilms om die op smalfilmcopieën uit te brengen, ver-
koopen.
Het Hoofdbestuur heeft bij de ,,Spitzenorganisation der deut-
schen Filmindustrie" in Berlijn geprotesteerd tegen uitlatingen,
die de Duitsche componist, de heer Robert Stolz tijdens
diens verblijf in Nederland zich tegenover de pers heeft laten
ontvallen door in een interview o.a. te verklaren, dat de ge
luidsfilm reeds over haar hoogtepunt heen was, dat het publiek
weer grooter belangstelling toonde voor de operette en dat
een geluidsfilm geen echte kunst kon zijn. De heer Stolz,
die van de Duitsche vakpers en ook van de Spitzenorganisation
een ernstige reprimande had ontvangen, nam daarop publie
kelijk zijn beweringen terug.
Aan de enquête, welke het Duitsche valkblad de ,,Film-
Kurier" onder de Europeesche organisaties had uitgeschreven
over den invloed van de geluidsfilm op de exploitatie van het
bedrijf, nam de Bond ook nu weer, evenals in het vooraf-
79