tigd zijn, dan behoeft het geen verwondering te baren, dat onder
dergelijke omstandigheden de ontvangsten zijn teruggeloopen en
alleen door het voeren van een gezonde bedrij f spolitiek het moge
lijk zal zijn, de nog steeds aanhoudende scherpe economische crisis
te doorstaan.
In het bijzonder is het daarom wenschelijk nogmaals onder de
aandacht der leden te brengen, dat een hechte en gezonde orga
nisatie, n.1. een organisatie, welke het algemeen belang der leden
dient, voor de leden van het allergrootste belang is, in het bijzon
der indien men in aanmerking neemt dat de huidige tijdsomstan
digheden meer dan ooit een voortdurend contact met de verschil
lende autoriteiten (tengevolge van de invoering van nieuwe wet
ten enz.) wenschelijk en noodzakelijk maken, hetgeen alleen kan
geschieden door middel van de betreffende instanties onzer orga
nisatie, welke alleen en naar behooren de toevertrouwde taak kun
nen vervullen, wanneer ook alle leden inzien, dat het algemeene
belang, dat deze colleges dienen, ook hun belang is.
Eveneens werd in het vorige jaarverslag melding gemaakt van
de nadeelige financieele gevolgen, tengevolge van het bijzonder
fraaie weer gedurende den zomer van het jaar 1932 en dient thans
vermeld te worden, dat de financieele resultaten van den afgeloo-
pen zomer eveneens ten gevolge van het bijzonder mooie weer,
zeer nadeelig beïnvloed werden. Indien hier nog aan wordt toege
voegd, dat eveneens de ijsperiode op het einde van het jaar 1933
een grooten nadeeligen invloed uitoefende op het bioscoopbezoek,
dan moet helaas geconstateerd worden, dat er geen enkele reden
aanwezig was, om bij het einde van het jaar een optimistisch
oordeel te vellen.
De vraag aan het Bestuur gesteld, of er wellicht aanleiding zou
bestaan om den leden te adviseeren onder het oog te zien, het
overgaan tot een algeheele verlaging der entreeprijzen, heeft het
Bestuur tot dusver ontkennend moeten beantwoorden, daar er
momenteel geen enkel blijvend voordeel verwacht wordt van een
nieuwe verlaging der reeds sterk gereduceerde prijzen, indien men
verder in aanmerking neemt de prijzen der toegangsbewijzen van
de cinema's hier ter stede en elders, zoowel in binnen- als buiten
land in de plaatsen, welke met onze stad op één lijn gesteld kunnen
worden en het percentage van het bioscoop-bezoekend publiek.
Voorbeelden ten overvloede zouden kunnen worden aange
voerd met de thans geldende entree-prijzen der bioscopen, in
meerdere Europeesche landen, welke wat betreft het aantal inwo
ners etc. ongeveer met Nederland op één lijn gesteld kunnen
worden.
71