Door het Hoofdbestuur werden dan ook reeds stappen onder nomen, om aan de door de heffing der personeele belasting voor de bioscooptheaters ontstane onbillijkheid te ontkomen. Hiertoe bestond aan het eind van het verslagjaar nog meer aanleiding, wijl door de instelling van het Rijkswerkloosheidssubsidiefonds, hetwelk o.a. gevoed zal worden met de opbrengst van 80 procent van de hoofdsom der Personeele belasting naar den eersten, twee den en derden grondslag, welke daardoor aan de gemeenten wordt onttrokken, een verhooging der personeele belasting in alle ge meenten van ons land zou zijn te verwachten. Ook in het afgeloopen jaar verkreeg het Hoofdbestuur bij ver schillende kwesties, de personeele belasting betreffende, weer zeer gewaardeerde adviezen van den bekenden belasting-consulent den heer W. Nagtegaal te Soestdijk, die aan verschillende leden bij stand verleende bij het indienen en verdedigen van bezwaarschrif ten tegen h.i. onrechtvaardige aanslagen in genoemde belasting. MUZIEKAUTEURSRECHTEN. De bestaande moeilijkheden met het Bureau voor Muziek- auteursrecht „Buma" konden in 1934 nog niet worden bijgelegd. Wel werd dezerzijds een ernstige poging ondernomen, die erop gericht was een voorloopige overeenkomst met Buma aan te gaan, welke gebaseerd zou zijn op de in 1932 geldende tarieven. Het Hoofdbestuur beoogde daarmede een z.g. wapenstilstand te ver krijgen, ten einde gedurende het tijdperk van dien wapenstilstand ten eerste een gerechtelijke uitspraak over de vraag, of voor de vertooning van geluidsfilms muziekauteursrechten verschuldigd zijn uit te lokken, en ten tweede in een geest van vriendschappelijk overleg onderhandelingen met Buma te voeren over de vaststelling van nieuwe tarieven, waarbij dan met de beslissing van den hoog- sten rechter rekening zou kunnen worden gehouden. Buma had deze poging van het Hoofdbestuur doen falen en het moest dan ook aan dit Bureau, dat zich er telkenmale over beklaagde, dat in Nederland muziek ten gehoore wordt gebracht zonder dat daarvoor de aan de componisten toekomende rechten worden betaald, geweten worden, dat aan het eind van het ver slagjaar Buma nog even ver verwijderd van den Bioscoop-Bond stond, als dit bij den aanvang van 1934 het geval was. Weliswaar had Buma in de maand Maart blijkens mededeelin- 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1934 | | pagina 13