Zijne Excellentie de verhouding tusschen het bioscoopbedrijf en Buma beschouwde als een van privaatrechtelijken aard, hetgeen door ons werd bestreden, opperde het denkbeeld om de tusschen Bioscoop-Bond en Buma gerezen kwestie aan arbitrage te onder werpen. Hiertegen had het Hoofdbestuur in beginsel geen bezwaar, Over de instelling eener arbitragecommissie, meer speciaal over de formuleering van een acte van compromis, werden daarna door den rechtskundigen raadsman van den Bond met den Raadsadviseur van het Ministerie van Justitie besprekingen en een briefwisseling gevoerd. Tijdens deze onderhandelingen kwam bij onzen rechts kundigen raadsman een schrijven dd. 13/14 Juli binnen, waarin werd medegedeeld, dat ,,de Buma juist gisteren heeft doen weten mede in een brief aan den Minister dat het van den onder nomen stap geen heil meer verwacht." Buma maakte dus ontijdig aan de vreedzame onderhandelingen over de formuleering van een acte van compromis een einde; het leek dus moeilijk voor betwisting vatbaar, dat Buma de poging van den Minister om de tusschen den Bond en Buma gerezen kwestie aan arbitrage te doen onderwerpen, had doen mislukken. Het heeft het Hoofdbestuur begrijpelijkerwijze teleurgesteld, dat de heer Minister bij de behandeling van de Rijksbegrooting van 1935 in de zitting van de Tweede Kamer van 6 December 1934 in een bespreking van den stand van zaken met betrekking tot het Bureau voor Muziekauteursrecht „Buma" den indruk heeft gewekt (waarschijnlijk ongewild), dat door de schuld van den Ne- derlandschen Bioscoop-Bond de arbitrage niet zou zijn geslaagd. Uit de hiervoor opgesomde feiten blijkt overtuigend, dat uitsluitend Buma voor de mislukking verantwoordelijk moet worden geacht. Van de processen, welke gevoerd worden over de verschuldigd heid van muziekauteursrecht bij vertooning van geluidsfilms, volgt hierna een overzicht. Buma-processen, Ten verzoeke van de Berlijnsche Gema, die thans wordt geliqui deerd door de inmiddels, ter vervanging van de Gema, opgerichte Stagma, zijn processen aanhangig gemaakt tegen: Ie. de N.V. Tuschinski's Exploitatie Maatschappij te Rotterdam bij het kantongerecht te Rotterdam wegens het ten gehoore brengen van muziek van den componist Becce bij de vertoo ning van de geluidsfilm „Das blaue Licht", 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1934 | | pagina 16