van den Burgemeester van Tegelen gaf het Hoofdbestuur daartoe
aanleiding. Zijn Edelachtbare n.1. had in den gemeenteraad mede
gedeeld, dat het gemeentebestuur verwacht had, dat de Nederland-
sche Bioscoop-Bond zich na de oplossing van het conflict te Venlo
tot het gemeentebestuur van Tegelen zou hebben gewend ten einde
pogingen te doen om ook voor deze gemeente een voor beide par
tijen bevredigende oplossing tot stand te brengen.
Naar aanleiding van deze mededeeling berichtte het Hoofd
bestuur aan den Burgemeester van Tegelen, dat er zijnerzijds geen
enkel bezwaar tegen bestond om met Zijn Edelachtbare en/of het
gemeentebestuur van Tegelen overleg te plegen over een bevredi
gende oplossing van het bestaande conflict in genoemde gemeente.
Daar het antwoord van den Burgemeester van Tegelen langs
onzen brief heenging, achtte het Hoofdbestuur het onder die om
standigheden raadzaam van verdere pogingen, om tot besprekingen
met het gemeentebestuur van Tegelen te komen, af te zien. Aan
het einde van het verslagjaar was er nog altijd geen wijziging in
het bioscoopconflict te Tegelen, dat toen reeds 20 maanden duur
de, ingetreden.
Als uitvloeisel van dit conflict werd nog door den Raad van de
gemeente Tegelen op voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten om de nakoming van een vordering, die deze gemeente
pretendeerde te hebben tegen den exploitant van het Scala Thea
ter aldaar, voor stroomlevering aan zijn theater, langs gerech-
telijken weg te verzekeren. In dit proces beriep de gedaagde zich
op force majeur in den zin van art. 9 van het op 18 Maart 1932
tusschen de gemeente Tegelen en bedoelden exploitant gesloten
contract betreffende de levering van electrischen stroom. Bij het
afsluiten van dit verslag moest nog in deze zaak gepleit worden.
Leeftijdsgrensverordening in Helden-Beringen,
Door een buitenstaander werd omstreeks Juni van het verslag
jaar het plan opgevat om in de gemeente Helden-Beringen een
bioscoop op te richten. Daar het het Hoofdbestuur bekend was,
dat in deze gemeente een verordening bestond, volgens welke per
sonen beneden 18 jaar niet tot de bioscoop mochten worden toege
laten, maakte het Hoofdbestuur den reflectant voor Helden-Berin
gen er op attent, dat de Bond hem niet voor het exploiteeren eener
bioscoop in deze gemeente tot het lidmaatschap kon toelaten, zoo
lang daar een leeftijdsgrensverordening bestond. De toekomstige
exploitant stelde zich daarop in verbinding met het gemeentebestuur
24
