en dat dit door de burgerij van Venray gewaardeerd werd,
bleek wel overduidelijk bij de heropening van de aldaar gevestig
de bioscoop, waarvoor enorme belangstelling bestond.
Geen bioscoopvoorstellingen in Blerick.
Tijdens de bioscoopsluiting in Venlo en Tegelen bereikte het
Hoofdbestuur de mededeeling, dat men het plan had opgevat om
in de gemeente Blerick, grenzende aan Venlo, filmvertooningen
te gaan geven. Aangezien echter in de gemeente Blerick ook een
leeftijdsgrensverordening bestaat, terwijl de vermakelijkheidsbe-
lasting daar zelfs 30 bedraagt, besloot het Hoofdbestuur aan
de leden te berichten, dat geen films in deze gemeente vertoond
mochten worden.
Dit verbod van levering en vertooning van films in de gemeente
Blerick was op het eind van het verslagjaar nog van kracht.
Nieuwe leeftijdsgrensverordening in Bergen op Zoom.
In de vergadering van den Raad der gemeente Bergen op Zoom,
gehouden op 27 April 1934 werd een verordening vastgesteld vol
gens welke personen, te wier aanzien niet voldoende aannemelijk
is, dat zij den leeftijd van 14 jaren bereikt hebben, niet tot openbare
bioscoopvoorstellingen mogen worden toegelaten en deze perso
nen deze voorstellingen niet mogen bijwonen, tenzij door B. en W.
ontheffing van dit verbod is verleend. Blijkens de toelichting, welke
B. en W. dezer gemeente bij het aanhangig maken van dit voor
stel hebben gegeven, dankte dit voorstel zijn ontstaan aan het ini
tiatief van de afdeeling Bergen op Zoom van den Nederlandschen
R.K. Bond voor groote gezinnen, die bij schrijven van 8 Februari
1933 verzocht had om maatregelen te treffen, ten einde het bio
scoopbezoek door personen beneden den leeftijd van 14 jaar tegen
te gaan.
In een onderhoud, dat vertegenwoordigers van den Bond later
over een andere aangelegenheid en wel met betrekking tot een
plan tot nakeuring van films met Burgemeester en Wethouders van
Bergen op Zoom hebben gehad, werd er dezerzijds de aandacht van
B. en W. op gevestigd, dat de in April vastgestelde leeftijdsgrens
verordening niet toepasselijk geacht kon worden te zijn op de bio
scoopexploitanten, aan wie vóór April 1934 een vergunning, als
bedoeld in art. 1 der Bioscoopwet was uitgereikt.
26