gers van het Hoofdbestuur en den Voorzitter van de Centrale
Commissie gehouden.
In hoofdzaak waren de besprekingen met den heer van
Staveren en met de leden van de Huishoudelijke Commis
sie in het afgeloopen jaar gewijd aan de controle op het aanbren
gen van coupures in copieën, welke na de eerste door de Centrale
Commissie toegelaten copie in roulatie worden gebracht. En tevens
over de vraag, welk systeem van controle behoort te worden inge
voerd om de plaatselijke Commissies van Toezicht in staat te stel
len na te gaan, of de door de Centrale Commissie vereischte cou
pures in alle copieën zijn aangebracht. Het was niet gemakkelijk
daarvoor een systeem te vinden, Het aanvankelijk door den Voor
zitter der Centrale Commissie opgezette plan stuitte op technische
bezwaren. Ten slotte werden Hoofdbestuur en Huishoudelijke Com
missie het eens over een regeling, volgens welke de copieën der
films genummerd zouden worden (copie I, II, III enz.) en op alle
keuringskaarten zou worden vermeld, hoeveel copieën in omloop
zijn.
Deze regeling werd kort voor het eind van 1934 ingevoerd, zoo
dat over de practijk ervan nog niets kan worden vermeld.
Een ander onderwerp van gedachtenwisseling tusschen het
Hoofdbestuur en de Centrale Commissie vormde het stempelen van
strooibiljetten. Aanvankelijk was deze aangelegenheid door de
plaatselijke Commissie van Toezicht op de bioscopen te Gorinchem
te berde gebracht; deze Commissie had aan de ondernemers van de
in Gorinchem gevestigde bioscopen een schrijven gezonden, mel
dende, dat reclamemateriaal, als foto's, vouwblaadjes e.d. afbeel
dingen, ter reclame van films te voren door de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring moeten zijn gekeurd en toegelaten en dus van
een keuringsstempel der C. C. moeten zijn voorzien. Naar aan
leiding van dezen brief deelde het Hoofdbestuur aan genoemde
Commissie mede, dat naar zijn overtuiging op grond van de Bio
scoopwet niet geëischt kan worden, dat drukwerk, zooals vouw
blaadjes e.d. ter reclame voor films, voorzien moeten zijn van den
stempel der Centrale Comissie.
Het Hoofdbestuur, dat uit overwegingen van fatsoen steeds
bezwaar gemaakt had tegen verspreiding van reclamemate
riaal waarop afgekeurde foto's voorkwamen, huldigde de opvat
ting, dat op grond van de wet geenerlei bedenking was in te bren
gen tegen strooibiljetten met afbeeldingen van goedgekeurde foto's.
Dat de afbeeldingen op strooibiljetten gestempeld zouden moeten
zijn, daarvan wordt in de Bioscoopwet met geen woord gerept. Het
28