Aan dezen laatsten wensch van het Hoofdbestuur werd door de K.F.C, ten deele tegemoetgekomen. Ten aanzien van den eersten wensch was na afloop van het verschenen jaar nog geen beslissing door de K.F.C, genomen. Wij wenschen bij dezen nogmaals met grooten nadruk te her halen, wat wij ook reeds in ons jaarverslag over 1933 te kennen gaven, dat de K.F.C, op het gebied der filmkeuring slechts aan vullend werk behoort te verrichten; het lijkt er echter veel op, dat de K.F.C, er naar streeft de Centrale Commissie voor de Film keuring te verdringen, ten einde op het gebied der filmkeuring de leiding in ons land te kunnen krijgen. Tegen dit streven zal de Nederlandsche Bioscoop-Bond zich in de toekomst met groote be slistheid hebben te verzetten en het Hoofdbestuur houdt zich ervan overtuigd, dat ook de Regeering niet zal willen en kunnen tole- reeren, dat een particuliere vereeniging de plaats gaat innemen, welke de wet aan een officieel regeeringsinstituut heeft toegekend. Het „Filmfront". In de voorgaande beschouwing werd reeds ervan gewaagd, dat aan het keuringswerk van de Katholieke Film Centrale werd deel genomen door enkele personen, die het film- en bioscoopbedrijf op onbehoorlijke wijze plegen te beschimpen. Deze personen maken tevens deel uit van de leiding van de in 1933 onder den naam „Katholiek Filmfront" opgerichte vereeniging. Een vlag overigens, die de lading niet dekt. Dit bleek uit een mededeeling, ontleend aan een correspondentie tusschen het bestuur van de afdeeling „Het Zuiden" met den voorzitter van de Katholieke Film Centrale, waarin er de aandacht op gevestigd werd, dat deze vereeniging niet kerkelijk is goedgekeurd en dus ook niet het praedicaat „Ka tholiek" kon voeren. Aangezien wij ons verslag niet willen ontsieren, onthouden wij ons ervan hierin citaten af te drukken uit artikelen, welke de Film- frontleiders in hun bladen gepubliceerd hebben, of uit manifesten, die door de vereeniging „Filmfront" en eenige harer afdeelingen zijn verspreid, en waarvan de inhoud strijdig is met de waardigheid van de in Nederland op zoo'n hoog peil staande journalistiek. Het feit, dat de voorzitter van de Katholieke Film Centrale, wiens naam vroeger onder de medewerkers van „Filmfront" ver meld stond, verzocht heeft zijn naam als medewerker te doen schrappen, om op deze wijze zijn misnoegen kenbaar te maken over de ook door hem ten zeerste afgekeurde methoden van de leiders van „Filmfront", spreekt voor zich zelf, 32

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1934 | | pagina 32