werd. Het Hoofdbestuur kon toen reeds den Minister mededeelen, dat het zich had voorgenomen een besluit uit te vaardigen tot sluiting van alle bioscopen in Nederland op den dag van het over lijden, alsmede op den dag der teraardestelling. Zijne Excellentie toonde zich voor dit spontane besluit zeer erkentelijk. Bij het plaats gehad hebbend onderhoud werd nog afgesproken, dat de bioscopen in de residentie behalve op den dag van het overlijden ook op de twee daaropvolgende dagen gesloten zouden zijn. Toen in den vroegen ochtend van den 20sten Maart de droeve tijding van het verscheiden onzer geëerde Vorstin tot ons kwam, werd het besluit van het Hoofdbestuur, om op dien dag alle bio scoopvoorstellingen te staken, telegrafisch aan alle leden mede gedeeld. Dank zij de vroege verspreiding dezer telegrammen kon dit besluit overal stiptelijk worden uitgevoerd met het gevolg, dat alle bioscopen in Nederland op den 20sten Maart 1934 ten teeken van rouw gesloten bleven. Ook een week daarna, op den 27sten Maart 1934, toen het stof felijk overschot van H. M. de Koningin-Moeder in den Koninklijken grafkelder te Delft werd bijgezet, waren alle filmvertooningen in den lande afgelast. Op den 3en Juli, den sterfdag van Z. K. H. den Prins der Neder landen, alsmede op den Hen Juli, den dag der uitvaart, werden andermaal wegens den nationalen rouw de bioscopen gesloten. Met het oog op de vervaardiging van filmopnamen van de uit vaart zoowel van H. M. Koningin-Moeder als van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, werd door de autoriteiten, met de regeling daarvan belast, het Hoofdbestuur opgedragen als intermediair tus- schen de autoriteiten en de journaalfilmfabrikanten op te treden. Dank zij de door het Hoofdbestuur in overleg met de autoriteiten getroffen regeling, werden aan de filmoperateurs de noodige facili teiten verleend om hun belangrijke filmreportage te verrichten. Het Hoofdbestuur stelt er hoogelijk prijs op om in dit verslag alle leden, die ten koste van belangrijke financieele offers (met de filmverhuurders werd een regeling getroffen tot reduceering van den filmhuur wegens de sluiting der bioscopen op voornoemde nationale rouwdagen) stiptelijk de door het Hoofdbestuur uitgevaardigde voorschriften opvolgden, zijn hartgrondigen dank daarvoor te brengen. INTERNATIONALE SAMENWERKING. Na de vergadering van het Bureau der Internationale Federatie van Filmproducenten, welke in December 1933 te Parijs werd ge houden en waarin voorstellen zijn geformuleerd welke bij de in 35

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1934 | | pagina 35