DE BEDRIJFSTOESTAND IN 1934.
Alvorens een opsomming te geven van de belangrijkste gebeur-
lijkheden in het afgeloopen jaar, mogen wij in herinnering brengen,
dat wij het jaarverslac-1933 besloten met de uitspraak, dat
ondanks de zorgen, die door de schier eindelooze crisis de be
langhebbenden bij het film- en bioscoopbedrijf kwelden, de wils
kracht van nagenoeg alle in den Nederlandschen Bioscoop-Bond
vereenigde bedrijfsgroepen onaangetast is gebleven.
Het doet ons genoegen dat wij deze uitspraak thans in den aan
hef van ons verslag der werkzaamheden over het jaar 1934 kun
nen bevestigen. Aan het behoud van deze taaie wilskracht heeft
het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf in zijn geheel te dan
ken, dat het de onmeedoogende worsteling, die honderdduizenden
buiten onze kringen heeft neergeslagen, vrij goed heeft doorstaan,
ook al mogen wij niet verhelen, dat ook enkele leden van den
Bond ernstig gehavend den strijd hebben moeten opgeven.
Zonder het bestaan der hechte organisatie, waarin alle film- en
bioscoopondernemingen zijn vereenigd, zou de hevige economische
crisis ongetwijfeld onder de bestaande filmfabrikanten, filmver
huurders en bioscoopexploitanten vele slachtoffers hebben ge
maakt, gelijk dit over de geheele wereld in het bedrijfsleven is
geschied. Er waren echter groote moeilijkheden te overwinnen,
om ondanks de toenemende werkloosheid en de afnemende koop
kracht het bioscoopbezoek op peil te houden, zij 't dan dat de
ontvangsten in het algemeen lager waren dan in het voorafgaan
de jaar.
Beperking van film- en bioscoopondernemingen.
In het vooruitzicht van verminderde recettes hadden de leden
van de afdeeling Den Haag, die bevreesd waren dat het aantal
bioscooptheaters in de residentie buiten elke verhouding zou toe
nemen, bij den aanvang van het thans verschenen jaar het denk
beeld tot sluiting van het bedrijf gelanceerd.
Door de besturen der toen bestaande afdeelingen werd een
studiecommissie ingesteld, die er echter niet in slaagde tot een
3