bureau te Amsterdam, doch daarop werd van Duitsche zijde niet meer gereageerd. Intusschen had het Hoofdbestuur reeds de exploitanten in de grensgemeenten op het euvel gewezen, erop aandringende ten spoe digste hieraan een eind te maken. CONFERENTIES. Er werden in het afgeloopen jaar weer vele conferenties met autoriteiten en corporaties gehouden, waarvan hierna een opsom ming met vermelding van de ter sprake gebrachte onderwerpen wordt gegeven. Op 19 Januari confereerden de heeren D. H a m b u r g e r Jr. en A. de Hoop, resp. voorzitter en directeur met de Directie van de Amsterdamsche Bank N.V. te Amsterdam over credietverleening met het oog op de stichting van filmproductie maatschappijen, waarbij maatregelen werden besproken tegen pro motors van slechte reputatie. Op 26 Januari voerden de heeren Hamburger en D e H o o p een onderhoud met het college van B. en W. van Doe- tinchem, waarbij zij het Gemeentebestuur wisten te overtuigen van de noodzakelijkheid om de vermakelijkheidsbelasting van 20 tot 15 pet. terug te brengen. Op 3 Februari voerde de Bondsdirecteur in Venlo be sprekingen met verschillende bij het bioscoopconflict aldaar be trokken personen. Op 28 Februari hadden andermaal besprekingen in Venlo plaats, nu met de z.g. Bemiddelingscommissie uit de R.K. Mid- denstandsvereeniging aldaar, waarbij het Hoofdbestuur vertegen woordigd was door de heeren B. D. O c h s e, vice-voorzitter, M. P. M. V e r m i n, hoofdbestuurslid en A. de Hoop, directeur. Op 7 Maart werd op het Departement van Binnenlandsche Zaken te 's-Gravenhage de conferentie gehouden, waarover hiervoor reeds mededeelingen zijn gedaan, met den Minister van Binnenlandsche Zaken over de noodzakelijkheid eener technische herziening van de bioscoopwet. Het Hoofdbestuur was in deze conferentie vertegenwoordigd door de heeren B. D. O c h s e, vice-voorzitter, S. Zondervan, secretaris en A. de Hoop, directeur. Op 10 Maart vond te 's-Gravenhage een onderhoud plaats tus- schen den Bondsdirecteur en den heer D. van S t a v e- 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1934 | | pagina 40