matig, omdat hij daardoor broodeloos werd gemaakt. Bovendien
was volgens hem het besluit op onregelmatige wijze tot stand ge
komen, omdat bij de bijeenroeping der vergadering van 6 Augustus
1934 alleen was bekend gemaakt, dat zou worden voorgesteld een
aantal personen uit te sluiten en eerst ter vergadering was mede
gedeeld, dat eischer tot die personen behoorde, eischer onkundig
was gelaten van de grieven, die het Hoofdbestuur tegen zijn ge
dragingen had en niet in de gelegenheid was gesteld zich daarte
gen te verdedigen, en ook ter vergadering geen bewijzen der be
weerde misdragingen van eischer waren bijgebracht.
Bij de behandeling van deze référé-zaak, liet de rechtskundige
adviseur van den Bond, de heer Mr. R. H. Dijkstra, uitkomen dat
het boycotbesluit volkomen rechtmatig was.
Dit erkende ook de president van de Rechtbank in zijn op 11
October gewezen référé-vonnis, waarin bij de overwegingen ten
aanzien van het Recht door den President werd opgemerkt, dat
Z.Edelachtbare met den raadsman van gedaagde van oordeel was,
dat personen, die vrij zijn zaken te doen met wien zij willen, ook vrij
zijn onderling af te spreken, dat zij met zekeren persoon geen zaken
zullen doen; m.a.w. dat een z.g. „boycot" op zichzelf niet onrecht
matig is. Verder meende de President, dat het ook niet ongeoor
loofd is zich bij voorbaat te onderwerpen aan een eventueel besluit
van een organisatie, waarvan men lid is, om geen zaken te doen
met een bepaalden persoon.
De President vatte zijn overwegingen aldus samen, dat niet ge
bleken is, dat den eischer onrecht is aangedaan en er dus voor zijn
Edelachtbare geen aanleiding was om in te grijpen, weshalve de
President aan eischer zijn vordering ontzegde.
HOOFDBESTUURSVERGADERINGEN.
Het aantal in het verslagjaar gehouden hoofdbestuursvergade
ringen bedroeg evenals in het voorafgaande jaar 20; het dagelijksch
bestuur kwam bovendien nog verscheidene malen in vergadering
bijeen.
Groot was het aantal onderwerpen, welke in deze vergaderingc -
aan de orde waren. Zonder op volledigheid aanspraak te maken
volgt hierna een opsomming van het verhandelde in al deze ver
gaderingen.
Met deze opsomming wordt tevens bedoeld in dit verslag vast
te leggen de diverse feiten, welke, behalve de reeds in de hiervoor-
46