ten, om daarna een orgaan in het leven te roepen, dat een permanent
contact tusschen alle plaatselijke en provinciale exploitanten-afdee-
lingen zou scheppen.
Aan het eind van 1934 waren de plannen van het Initiatief-Co
mité al in een vergevorderd stadium gekomen. Op 28 Mei was de
afdeeling ,,Het Centrum", omvattende de bioscooptheaters, geves
tigd in de provincies Noord-Holland (met uitzondering van de ge
meente Amsterdam) en Utrecht opgericht. Op 14 Juni volgde de op
richting van de afdeeling „Het Oosten", omvattende de provincies
Gelderland en Overijsel en op 5 Juli werd de afdeeling „Het
Westen" omvattende alle bioscoopexploitanten in de provincies
Zuid-Holland (met uitzondering van de gemeenten 's-Gravenhage
en Rotterdam) en Zeeland, opgericht.
Een reglement werd ontworpen, waarin de vorming van een af-
deelingsraad, bestaande uit vertegenwoordigers van alle plaatselijke
en provinciale exploitanten-afdeelingen, werd opgenomen, en welke
raad tot taak zou krijgen de behartiging van de specifieke exploi
tanten-belangen. Het concept-reglement behoeft nog de goedkeuring
van het Hoofdbestuur en de algemeene ledenvergadering.
De verstandhouding tusschen het Hoofdbestuur en de meeste af-
deelingsbesturen was in elk opzicht voortreffelijk. Wel was er nog
eenige wrijving met het Bestuur van de afdeeling Den Haag, dat
zich nog maar niet kon vereenigen met de vernietiging door het
Hoofdbestuur van een in 1933 door deze afdeeling genomen besluit,
volgens hetwelk de afdeelingsleden geen reductiebons zouden
mogen uitgeven en zij zich zouden moeten onthouden van publica
ties in bepaalde couranten en tijdschriften, maar langzamerhand
schikte het afdeelingsbestuur zich in den door de vernietiging ont-
stanen toestand.
Het Hoofdbestuur deed intusschen pogingen om interne moeilijk
heden in de afdeeling Den Haag, (die verzuimde het jaarverslag
over 1934 in te zenden, zoodat het in dit boek ontbreekt), uit den
weg te ruimen. Het Hoofdbestuur moest ook nog eenmaal een waar
schuwende stem laten hooren tegen de leden van genoemde afdee
ling, die in een afdeelingsvergadering besloten hadden, althans met
elkaar overeengekomen waren, eenige filmverhuurders, die films
geleverd hadden ter vertooning in het Gebouw voor K. en W. te
's-Gravenhage, uit te sluiten van filmlevering.
Met het Bestuur van de afdeeling „Het Zuiden" werd eenige
malen overleg gepleegd, hoofdzakelijk in verband met de onheusche
aanvallen, welke door het orgaan van de vereeniging „Filmfront"
op het bedrijf gedaan waren, alsmede over de filmnakeuring door
58
