verhooging der invoerrechten openbaar, waarbij tevens werd aan
gekondigd, dat ingevolge een vroeger verkregen machtiging van
de Staten-Generaal, het voorgestelde tarief van invoerrechten
reeds van 1 Juli af zou gelden.
Ontsteltenis maakte zich van allen in den Bond meester, toen
men vernam, dat in dit wetsontwerp tevens werd voorgesteld het
invoerrecht van films op 20 cent per meter te bepalen, hetgeen
beteekende ongeveer een tienvoudige verhooging van het bestaan
de tarief. Volgens de gegevens waarover wij beschikten, zou door
het voorgestelde tarief het filmverhuurbedrijf aan invoerrechten,
inclusief omzetbelasting en compenseerend invoerrecht, circa
750.000.moeten betalen, terwijl de invoerrechten van films in
1933 ruim ƒ56.000.hadden opgebracht.
Het lag voor de hand, dat bij de vaststelling van het nieuwe
tarief een vergissing moest zijn begaan, want 't was niet aan te
nemen, dat de Regeering, wie naar zij ons meermalen te kennen
had gegeven de economische belangen van het bedrijf zeer ter
harte gingen, opzettelijk den filmondernemingen een dusdanigen
ondragelijken last zou opleggen.
Niettemin werd algemeen de door het voorgestelde tarief ont
stane situatie voor de film- en bioscoopondernemingen zeer ernstig
geacht. Handhaving van dit abnormale invoerrechtentarief zou o.a.,
doordat de filmhuren voor de groep van z.g. kleinere bioscopen
niet meer waren op te brengen, den ondergang van vele bioscoop-
en filmondernemingen tengevolge moeten hebben.
Door het Hoofdbestuur werden onverwijld stappen gedaan om
het dreigende onheil te voorkomen. Een onderhoud met den Minis
ter van Financiën, dat ons op dezerzijds gedaan telegrafisch ver
zoek onmiddellijk werd toegestaan, had tot resultaat dat Zijne
Excellentie zich bereid verklaarde terstond een onderzoek naar de
door het Hoofdbestuur ontwikkelde bezwaren te doen instellen.
Met het oog op het korte tijdsbestek het onderhoud met
den heer Minister vond plaats op 25 Juni en het in werking treden
van de Tariefwet was bepaald op 1 Juli liet het Hoofdbestuur
geen oogenblik onbenut, om het Departement van Financiën, als
mede de Tweede Kamer van de voor het film- en bioscoopbedrijf
dreigende ramp te doordringen.
Dank zij van verschillende zijden ontvangen steun, waarvoor wij
uiteraard zeer erkentelijk zijn, was het Hoofdbestuur in staat nog
vóór het aanbreken van den fatalen termijn den Minister en diens
hoofdambtenaren te overtuigen van de onjuistheid van het voor
gestelde tarief. Het Departement van Financiën zag in. dat de
grondslag waarop dit nieuwe tarief was opgebouwd niet houdbaar
5