Bij de Commissie werd aanhangig gemaakt een tusschen twee
filmverhuurders gerezen geschil omtrent het verder exploiteeren van
een film, nadat de overeenkomst, waarbij de eene filmverhuurder
de rechten van die film voor Nederland aan den anderen filmver
huurder had overgedragen, geexpireerd was, in welk geval een
schadevergoeding werd toegewezen.
In een door een filmverhuurder contra een vroeger lid-exploitant
aanhangig gemaakt geschil werd de vordering niet ontvankelijk
verklaard, op grond dat de exploitant failliet was verklaard.
Aan de beslissing der Commissie werd onderworpen een twee
tal zeer omvangrijke geschillen tusschen een vroegeren employé-
directeur en een filmverhuurkantoor terzake van nog verschuldigde
provisie, waarbij de vordering ten deele werd toegewezen.
In een geschil tusschen 2 leden-filmverhuurders heeft de Com
missie de interpretatie van de voornaamste bepaling van een con
tract, waarbij de verdere uitwinning van de rechten van een aantal
films was overgedragen, vastgesteld en het gedeelte der daarmede
in overeenstemming zijnde vordering toegewezen.
In twee gevallen heeft de Commissie uitspraak gedaan betref
fende het in strijd met art. 8 der Bondsvoorwaarden maken van
reclame door derde- of vierde-week-vertooningtheaters, terwijl
naast 37 geschillen van anderen aard door de Commissie nog be
handeld is een door een donateur-impressario aanhangig gemaakt
geschil contra een lid-exploitant omtrent de provisie aan dien im-
pressario toekomende voor door hem ten behoeve van dien exploi
tant verleende bemiddeling bij het engageeren van een revue-ge
zelschap.
Een geschil bleef nog in behandeling.
Tot aan de jaarvergadering hadden in de Eerste Kamer van den
Raad van Beroep zitting de heeren I. Cohen Barnstijn, J. ter
Linden, R. Minden en S. Zondervan, terwijl de Tweede Kamer was
samengesteld uit de heeren P. R, van Duinen, H. Gerschtanowitz,
B. D. Ochse en D, Pinto.
Na de jaarvergadering werden alle leden van den Raad van
Beroep, alsmede het lid-Voorzitter, de heer W. Mullens herbe
noemd.
Door loting werd de samenstelling der Kamers als volgt ge
wijzigd:
Eerste Kamer de heeren I, Cohen Barnstijn, J. ter Linden, B. D.
Ochse en S. Zondervan.
Tweede Kamer de heeren P. R. van Duinen, H. Gerschtanowitz,
63