1 dat alleen geldt voor artikelen, die hier te lande vervaardigd
worden. Ten aanzien van dit laatste is in de wet bepaald, dat
voor artikelen, welke hier te lande niet of niet noemenswaard ver
vaardigd wórden, vrijstelling van het compenseerend invoerrecht
kan worden verleend.
Deze vrijstelling had het Hoofdbestuur aan den Minister van
Financiën gevraagd, doch tot nu toe mocht een gunstige beschik
king op dit ons verzoek nog niet verkregen worden.
Ook de afwijzende beschikking van de Inspecteurs der invoer
rechten en accijnzen was een onderwerp van gedachtenwisseling
tusschen het Hoofdbestuur en het Departement van Financiën,
waarbij ons bleek, dat de Regeering het met onze opvattingen aan
gaande de wetsinterpretatie niet eens was.
Aan het eind van het verslagjaar was echter noch over den dezer
zijds gevraagden vrijdom van omzetbelasting en/of bijzonder invoer
recht voor in Nederland geïmporteerde filmcopieën, noch over de
verlangde vrijstelling van het compenseerend invoerrecht een de
finitieve beslissing door den Minister van Financiën gegeven.
Vermakelijkheidsbelasting.
Het laat zich begrijpen, vooral als men bedenkt voor welke schier
onoverkomelijke moeilijkheden de gemeentebesturen zich geplaatst
zagen om de begrootingen sluitend te krijgen, dat de vermakelijk
heidsbelasting in verschillende gemeenten de belangstelling van de
overheid heeft gehad.
In het begin van 1934 werd onze aandacht gevraagd voor een
voorstel van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Baarn,
om een verordening op de vermakelijkheidsbelasting vast te stellen,
met een heffingspercentage van 15.
In een sterk gedocumenteerd adres aan den gemeenteraad zette
het Hoofdbestuur de bezwaren tegen het voorstel uiteen, met het
gevolg, dat de Raad het voorstel van B. en W. met 9 tegen 5
stemmen verwierp.
Het gemeentebestuur van Doetinchem kwam met een voorstel,
om de vermakelijkheidsbelasting van 10 op 20 te verhoogen, welk
voorstel bij verrassing door den gemeenteraad werd aangenomen.
Het Hoofdbestuur verzocht en verkreeg de gelegenheid om in een
onderhoud met Burgemeester en Wethouders dezer gemeente de
onuitvoerbaarheid der gewijzigde belastingverordening aan te too-
nen en het slaagde erin het college van B. en W. te bewegen de
heffing der vermakelijkheidsbelasting tot 15% terug te brengen,
7