voorbereiding hadden o.a. zitting onze leden: de heeren B. D. Ochse en J. Wessel. Mochten wij verleden jaar de hoop koesteren, dat het aantal z.g. roode kaarten geleidelijk zou afnemen, het afgeloopen jaar heeft bewezen, dat onze veronderstelling te optimistisch was. Het aantal roode kaarten steeg n.1. van 3955 in 1934 tot 4630 in 1935, zoodat hieruit blijkt, dat het Bondsbesluit van 11 Februari 1935 in dit opzicht geen verbetering heeft gebracht. Gedurende het afgeloopen jaar werden 8 Bestuursvergaderingen en 5 Ledenvergaderingen gehouden. In de Jaarlijksche ledenvergadering, welke op 15 Februari werd gehouden, werden herkozen als Voorzitter de heer Ch. van Biene en als Secretaris de heer J. L. Paerl. De aan de Jaarvergadering voorafgaande ledenvergadering op 9 Februari was geheel gewijd aan de behandeling van het voorstel van het Hoofdbestuur tot tijdelijke afsluiting van het film- en bioscoopbedrijf, terwijl in de vergadering van 4 Mei de agenda voor de Jaarlijksche Bondsvergadering werd besproken. De verga dering van 15 Juni werd gehouden ter behandeling van de door het Hoofdbestuur voorgestelde wijzigingen in de diverse reglementen, terwijl de bedrijfsbesluiten inzake z.g. „smalfilms" en „reizende bioscopen" tevens punten van bespreking uitmaakten. Tenslotte vond op 10 Juli een Buitengewone Ledenvergadering plaats, waarin door den heer A. de Hoop aan de leden mededeelingen werden gedaan inzake de door de belasting-inspectie ondernomen actie in verband met het zegelrecht voor filmverhuurcontracten. Behalve bovenbedoelde vergaderingen vonden nog twee con ferenties plaats met het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop Bond en wel op 27 Mei en 1 Juli, terwijl gecombineerde Bestuursvergaderingen tusschen het Hoofdbestuur, de Afdelings besturen en het Bestuur van de Bedrijfsafdeeling werden gehouden op 4 Februari, 11 Februari, 23 April, 27 Mei en 3 Juni. Het Bestuur onzer Afdeeling bestaat thans uit de heeren: Ch. van Biene, Voorzitter, B. D. Ochse, Vice-Voorzitter, J. L. Paerl, Se cretaris, D. v. d. Berg, Penningmeester, L. Groen, Commissaris. Het is met groote droefheid, dat het Bestuur in dit jaarverslag memoreert het verscheiden van onzen eminenten Voorzitter der „Commissie van Geschillen".De sympathieke figuur van wijlen den heer D. Hamburger zal steeds in onze herinnering blijven voort leven. In verband met de benoeming van den heer E. Cohen Barnstijn tot Voorzitter van de „Commissie van Geschillen", ontstond voor 109

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 106