Wanneer in aanmerking genomen wordt, dat de crisis zich in
het afgeloopen jaar voor het bioscoopbedrijf op zijn scherpst deed
gevoelen, dan is er reden voor erkentelijkheid jegens het Hoofd
bestuur, dat nog bijtijds het initiatief nam tot tijdelijke afsluiting
van het bioscoopbedrijf in Nederland. De leden van de Afdeeling
Amsterdam stemden dan ook van harte in met het daarop betrek
king hebbende Bondsbesluit, hetwelk in de Bondsvergadering van
11 Februari 1935 werd goedgekeurd. Door dit besluit kon de uit
voering van een groot aantal plannen tot het bouwen van nieuwe
bioscooptheaters in de hoofdstad, waaraan immers op het oogen-
blik geenerlei behoefte bestaat, verijdeld worden. Door de in het
Bondsbesluit opgenomen z.g. ,,Dispensatie"-bepaling moest toch
nog voor de uitvoering van twee plannen dispensatie worden ge
geven, tengevolge waarvan de 35 bestaande Amsterdamsche bio
scooptheaters met twee nieuwe bioscopen, één in de Van Swinden-
straat en één in de Jan van Galenstraat, zullen toenemen.
De verhouding zoowel met het Hoofdbestuur als met de bestu
ren der andere afdeelingen kon niet beter zijn dan zij in het afge
loopen jaar is geweest. Vele malen werd ons Afdeelingsbestuur
door het Hoofdbestuur geraadpleegd. In het bijzonder gold dit
overleg bij het ontwerpen van het hiervoor genoemde „Bonds
besluit" en van de onderscheidene in 1935 vastgestelde Bedrijfs-
besluiten, alsmede van de tot stand gekomen reglementswijzigin
gen. Bij dit laatste denken wij vooral aan het nieuwe Afdeelings-
reglement, waarbij een nieuw orgaan met name de „Afdeelings-
raad" zijn intrede deed. Door de instelling van dezen Raad is een
permanent contact tusschen alle exploitanten-afdeelingen tot stand
gebracht, hetgeen niet anders dan ten nutte van de bioscoop
exploitaties in Nederland kan zijn.
De ledenvergadering onzer Afdeeling benoemde in dezen Afdee-
lingsraad de bestuursleden: de heeren W. K. G. van Royen
en J. Buisman.
Behalve over diverse organisatorische aangelegenheden werd
in het afgeloopen jaar nog overleg gepleegd tusschen het Hoofd
bestuur en ons Afdeelingsbestuur, alsmede met de besturen van de
afdeelingen Den Haag en Rotterdam over speciaal in 's-Graven-
hage gevoerde agitatie om van overheidswege een rookverbod in
de bioscopen uitgevaardigd te krijgen.
Een poging daartoe bij den Amsterdamschen Gemeenteraad
ondernomen had gelukkig geen succes. Het desbetreffend verzoek
werd mede op voorstel van onzen Bondsdirecteur, den heer A. de
113
