Afdeeling 's-Gravenbage. JAARVERSLAG OVER 1935. Met den afloop van dit vereenigingsjaar nam een voor het Haagsche bioscoopbedrijf zorgvolle periode een einde; een jaar, waarin nog meer dan in het voorafgaande de druk der tijdsomstan digheden toenam; een jaar, dat in nog meerdere mate dan voorheen de scherpte der economische depressie in alle gelederen van het Bedrijf deed gevoelen; een jaar, dat een cumulatie was van finan- cieele zorgen en lasten der Haagsche exploitanten. Het beste bewijs van den ernst van den toestand wordt wel ge leverd door de zich nog steeds in dalende richting bewegende op brengsten der belastingen op de vermakelijkheden. Indien verder nog in aanmerking wordt genomen het aantal bioscopen in 1935 in vergelijking tot dat in voorafgaande jaren en de sedert Januari 1935 hernieuwde verlaging der salarissen der Ge meente- en Rijksambtenaren, welke nieuwe verlaging in een stad als Den Haag zich wederom moest doen gelden ten aanzien van het bioscoopbezoek, dan is er geen enkele factor aanwezig, welke een lichtpunt zou doen zien voor wat betreft de vooruitzichten voor het jaar 1936, vooral, indien nog verder rekening wordt gehouden met het nog steeds stijgende aantal werkloozen, benevens den druk der nog steeds al te hooge belastingen. Lieten de eerste maanden van 1935 reeds een aanmerkelijken teruggang der recettes ten opzichte van die der correspondeerende periode van 1934 zien, een niet te verwachten teruggang der recet tes ving aan bij den aanvang van de maand Mei, welke teruggang aanhield en bijna onafgebroken zich voortzette tot aanvang Sep tember 1935. Deze gang van zaken gedurende de zomermaanden, welke vooral aan het aanhoudende fraaie zomerweer moet worden toegeschreven, vindt verder waarschijnlijk een voorname oorzaak in de steeds toenemende zomersporten, welke van jaar tot jaar in omvang toe nemen en zich doen gelden. Wellicht zal met deze belangrijke factor veel meer dan in voor- 120

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 117